Moerasspirea - Filipendula ulmaria
Rozenfamilie - Rosaceae
Voornamelijk een drachtplant
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: juni-september
Bloem:roomwit; bloeiwijze een tuil
Blad: geveerd met een 3- tot5-delig topblaadje
Vrucht: vruchtjes om elkaar gedraaid
Hoogte: 0,7-1,5
 
 
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: natte tot goed vochtige, matig voedselrijke en humushoudende bodems; niet op zeeklei; in ruigten, natte bosjes, ruige graslanden, greppels, spoorweggreppels, langs sloten, kanalen en vijvers, in natte bermen, boezemlandjes, plasbermen en op natte dijken; zon-tb.
Verspreiding in Nederland: buiten de zeekleigebieden vrij algemeen.
Fauna: solitaire wilde bijen, hommels, vlinders.
Toepassing: oevers, natte ruige graslanden, tuinen ,
Beheer: wordt in natte graslanden een maal per jaar in de nazomer gemaaid, als ruigte maximaal 1 maal per jaar in de herfst of winter. In principe om de drie jaar, maar op natte bodems slaan snel houtige soorten op dat na drie jaar het maaien ernstig kan belemmeren.
Wilde solitaire bijen: Groefbijen (Lasioglossum/halictus) zeer schaars.
Dracht: geen (of zeer weinig?) nectar en matig veel witachtig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3.
Opmerking:  is in tuinen sterk reproductief; jonge planten zitten spoedig stevig verankerd in de bodem; nestelt zich gemakkelijk tussen laag groeiende planten. Is te voorkomen door de uitgebloeide tuilen uit te knippen.
 
Plaat - (bron: Flora Batava Jan Kops et al.)
 
Platen - (bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; rechts: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora)
 
 
 
 
 
 
Moerasspirea: plant en blad
 
Moerasspirea: blad
 
Moerasspirea bloeiwijze
 
Vruchten
 
Natte ruigte met dominantie van moerasspirea
 
Een fragment
 
Een natte greppel in kleinschalig agrarisch landschap
 
Moerasspirea-verbond met o.m. koninginnekruid, grote wederink en moerasspirea
 
Moerasspirea in tuin met o.m. grote kattenstaart, grote wederik en koninginnekruid
 
Honingbij
 
Atalanta in tuin
 
Atalanta: zuigt deze vlinder nectar of water?