Stijve ogentroost - Euphrasia stricta
Bremraapfamilie - Orobanchaceae; voorheen Helmkruidfamilie - Scrophulariaceae |
Hommelplant, drachtplant, vlinderplant. |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: juni-september |
Bloem: wit tot lila en meestal met paarse aders, bloeiwijze een tros; |
Blad: blad klein, getand en leerachtig, tanden van het blad zijn vaak naaldachtig spits |
Vrucht: éen doosvrucht |
Overige: Stijve rechtopstaande en duidelijk vertakte plantjes |
Hoogte: 0,05-0,25 |
Opmerking: halfparasiet op grassen |
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: enigszins vochtige tot iets droge, voedselarme zwak, zure zand- en leemgrond en venige bodems; in grazige vegetaties, zoals grazige heide, onbemeste graslanden, wegbermen, op kampeerterreinen en spoorwegemplacementen; zon |
Verspreiding in Nederland: vrij algemeen in het duingebied, Lauwersmeergebied en in Drenthe en aangrenzende landschappen; elders op de hoge gronden zeldzamer. |
Toepassing: ? |
Beheer: successie voorkomen; schrale graslanden 1x per jaar maaien en afvoeren |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar. Indicatie voor dracht: code Hb 2 in de buurt van een bijenvolk waarschijnlijk hb [np] 3 |
|
Plant |
|
|
Vegetatie met stijve ogentroost |
|
|
Fragment vegetatie |
|
|
Een fragment met geel walstro |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vuurvlindertje |
|
|