(Gekartelde of zaagtand wolfsmelk) - Euphorbia Serrata
Wolfsmelkfamilie - Euphorbiaceae
Bijenplant, drachtplant, vlinderplant.
Een overblijvende plant
Bloeiperiode: april-mei
Bloem: geel
Blad: in de onderste helft lang en smal en sterk toegespitst aan de top. Naar boven toe meer ovaal. De randen fijn gezaagd
Vrucht: een splitvrucht
Hoogte: 0,3-0,6 m
Een Zuid-Europese/Mediterrane soort
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: droge, steenachtige bodems. In Zuid-Europa meestal een mengsel van lemige grond gemengd met stenen. Komt daar het meest in wegbermen voor. Daarnaast op allerlei andere plekken. Volle Zon - zonnig.
Herkomst: Zuid-Europa en Noord-Afrika
Toepassing: ? De plant is waarschijnlijk niet winterhard en gebonden aan droge milieus. Het is een plant om te experimenteren. Maar de plant is misschien ook invasief in de zuidoostelijke delen van het land.
Beheer: In de winter beschermen tegen vorst.
Wilde solitaire bijen: Groefbijen Halictus scabiosae, Lasioglossum. Meer info: www.denederlandsebijen.nl
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 3. in Zuid-Frankrijk. De bloemen geven wieinig stufmeel, maar wordt op veel plaatsen talrijk door honingbijen bezocht. Dat is weaarschijnlijk ook de rede dan hij razendsnel bloemschermen gaat.
 
Plant in een wegberm in Zuid-Frankrijk
 
Bloem
 
Meeldraden
 
Stengelbladen
 
Omwindselbladen
 
 
 
Een groefbij (Lasioglossum)
 
Breedbandgroefbij (halictus scabiosae
 
Honingbijen
 
 
 
Bijenwolfkever (een parasitaire kever bij bijen)
 
 
Vuurvlindertje zuigt nectar