Slaapmutsje - Eschscholzia californica
Papaverfamilie - Papaveraceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: juni-oktober |
Bloem: oranje - oranjegeel; bloeiwijze alleenstaand en lang gesteeld; |
Blad: vrucht lijnvormig, 6-10 cm lang en met 2 kleppen van beneden af openspringend |
Vrucht: blad blauwgroen en diep ingesneden met lijnvormige slippen |
Overige: tplant zeer slap |
Hoogte: 0,3-0,5 m |
|
|
|
|
|
Milieu: vrij droge, matig voedselrijke open bodems; ook tussen plaveisel; zon |
Herkomst: Californië; soms verwilderd maar houdt nooit stand. |
Toepassing: tuinen, bloemakkers, bijenweiden, volkstuien, boerentuinen, tegeltuinen en geveltuinen. |
Beheer: open grond is noodzakelijk; kan dan in tuinen jaarlijks terug komen. |
Wilde solitaire bijen: zandbijen (Andrena) groefbijen (Lasioglossum).
|
Dracht: oranje stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Plaat -Slaapmutsje - Eschscholzia californica (bron wikipedia commons) |
|
|
Bloem Slaapmutsje - Eschscholzia californica |
|
|
Groeiwijze van enkele planten bij elkaar |
|
|
Een voortuin met goudsbloem en slaapmutsje in Midden-Limburg |
|
|
Slaapmutsjes verwilderd bij een tuin in Frankrijk |
|
|
Een bijenweide |
|
|
Fragment bijenweide |
|
|
Een rotonde in Frankrijk met margriet, damastbloem en slaapmutsje |
|
|
Volkstuintjes (?)bij de Waal (Nijmegen) |
|
|
Een zandbij |
|
|
Aardhommels |
|
|
Aardhommel |
|
|