Muurbloem - Erysimum cheiri
Kruisbloemenfamilie - Brassicaceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant.
Een overblijvende (kortlevende vaste) plant
Bloeiperiode: mSei-juni
Bloem: geel tot oranjegeel, zijdeachtig behaard, bloeiwijze trosvormig; cultivars ook roodbruin
Blad: langwerpig en gaafrandig
Vrucht: hauwen opgericht, 3-8 cm lang, ca. 3 mm breed en aanliggend behaard
Overige: stengels met houtige voet en met dichotoom (Y-vormig) vertakte haren
Hoogte: 0,3-0,8 m
 
 
 
Milieu en standplaats: vrij droge stenige substraten; op oude verweerde stadsmuren en ruïnes; in het buitenland ook op andere stenige kalkrijke substraten; zon.
Verspreiding in Nederland: zeer zeldzaam voornamelijk in Zuid-Limburg.
Fauna: vlinders, solitaire bijen, hommels, honingbijen.
Toepassing: tuinen, rotstuinen, tegel- en geveltuinen, plantenbakken. Wettelijk beschermd
Beheer: bij muren concurrentie van andere planten (bezemkruiskruid, rode spoorbloem) tegengaan.
Wilde solitaire bijen:
  Rosse metselbij Osmia bicornis  
  Gewone sachembij Anthophora plumipes  
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3 (5 als de plant niet te ver van een bijenstal voorkomt)
 
Platen muurbloem - (Bron links: Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden; rechts: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz )
 
Bloem en bloeiwijze bruinrode vorm
 
Muurbloem
 
Fragment
 
Geveltuintje
 
Muur Griftpark Utrecht die door de bewoner wordt onderhouden
 
Fragment
 
Honingbij
 
Gewone Sachembij
 
Rosse metslbij
 
Honingbij
 
Distelvlinder
 
Gehakkelde aurelia