Blauwe zeedistel - Eryngium maritimum

Blauwe zeedistel - Eryngium maritimum
Schermbloemenfamilie - Apiaceae

Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant.

	Een tweejarige tot overblijvende (vaste) plant
	Bloeiperiode: juni - juli
	Bloem: blauw, bloeiwijze hoofdjesachtig;
	Blad: bladrand met scherpe harde stekelpunten; blad met een dun waslaagje afgedekt
	Vrucht: een splitvrucht
	Overige: plant blauwgroen, naar boven toe vaak blauw aangelopen
	Hoogte: 0,3-0,6m

Milieu en groeiplaats: droog, kalkrijk open duinzand; in de zeereep op open stuivende plaatsen; verder in de badplaatsen op allerlei open of omgewerkte bodems op onbebouwde plekken tussen de bebouwing; ook tussen plaveisel en tegen straatmeubilair; eigenlijk op alle open zandige plekken in de zeereep; in het buitenland ook langs grindstranden en rotskusten; zon. Door zijn lange penwortel is deze aangepast een zeer extreme omstandigheden.

Verspreiding in Nederland: vrij algemeen in de zeereep langs de hele kust.

Toepassing: is in principe toe te passen in tuinen, tegel- en geveltuinen, maar alleen binnen de bebouwde kom in de zeereep. In heem en natuurtuinen het binnenland op vrij dikke, droge, leemarme zandlagen, maar er moet dan wel wat zeezout worden toegevoegd.

Beheer: niets doen en waar mogelijk duinen laten stuiven. Als de bodem eenmaal is dichtgegroei met overblijvende soorten kan blauwe zeedistel zich nog wel lang handhaven, maar nieuwe vestiging zal niet plaatsvinden. De soort is wettelijk beschermd.

Wilde solitaire bijen:

	Zilverfluitje	Megachile leachella
	Grote bloedbij	Sphecodes albilabris
	Wormkruidbij	Colletes daviesanus
	Groefbijen	Lasioglossum

Dracht: nectar en wit stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5. (onder natuurlijke omstandigheden dichtbij bijenvolken)

Platen blauwe zeedistel - Eryngium maritimum- (bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; rechts: Flora Batavia Jan Kops et al.)