Reigersbek - Erodium cicutarium
Ooievaarsbekfamilie - Geraniaceae |
Drachtplant, vlinderplant. |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: april-oktober |
Bloem: paarsrood en al dan niet met vlek op de twee bovenste, kroonbladen; bloeiwijze. 3-5-bloemig |
Blad: veerdelig, rozetten vrij symmetrisch |
Vrucht: een kluisvrucht |
Overige: bladen vaak rood aangelopen |
Hoogte: 0,1-0,6 m |
|
|
|
|
|
|
|
Milieu: droge, Zeer en matig voedselrijke tot vrij schrale, open zandige bodems; in min of meer open vegetaties, op allerlei open gronden zoals braakliggende terreinen, akkerranden, zwaar bemeste maïsakkers, spoorwegemplacementen, half verhardingen, vluchtheuvels en parkeerplaatsen en tussen het plaveisel. |
Verspreiding in Nederland: vrij algemeen tot zeer algemeen op de zand en leem groenden |
Fauna: waardplant voor bruin blauwtje. |
Beheer: houdt stand bij open bodems en substraten. |
Wilde solitaire bijen: nog niet waargenomen |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3 als de plant talrijk voorkomt |
|
Plaat - (bron: Flora Batavia Jan Kops et al.) |
|
|
Platen - (bron links: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm; rechts:O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz 1885 ) |
|
|
Plant |
|
|
Rozet |
|
|
Rozet in de duinen |
|
|
Detail |
|
|
Rozet in naaldbos |
|
|
Rozet op verharding |
|
|
|
Geluidswal met reigersbek |
|
|
Een maisakker met gewone reigersbek |
|
|
Honingbijen zijn op deze plek gefotografeerd |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|