Zomerfijnstraal - Erigeron annuus
Compositenfamilie - Asteraceae |
Bijenplant, drachtplant, vlinderplant. |
|
Een een-/tweejarige plant |
Bloeiperiode: juni-september (tot aan de vorst) |
Bloem: wit, de afzonderlijke bloemen lijken op madeliefjes, bloeiwijze en losse tuil |
Blad: onderste bladen min of meer eivormig, grof getand en met een lang , gevleugelde steel; bovenste bladen zijn smaller, weinig getand tot gaafrandig en en vaak ongesteeld |
Vrucht: dopvrucht |
Hoogte: 0,4-1,5 m |
|
|
|
|
|
Synoniemen: Stenactis strigosa; Phalacroloma annuum |
Milieu: vochtige tot zomerdroge, matig voedselrijke open of omgewerkte minerale bodems; op allerlei open plaatsen; ook tussen plaveisel, op spoorwegterreinen en volkstuinen etc; zon. |
Herkomst en verspreiding in Nederland: Noord-Amerika; in Ned. aanvankelijk langs de rivieren; thans wijd verspreid over het land vooral in stedelijk gebieden; ook als sierplant in gebruikt. |
Fauna: solitaire bijen, vlinders, honingbijen. |
Toepassing: tuinen, tegel- en geveltuinen; kan in bloemenengels worden mee gezaaid. Opmerking: kan zich in tuinen op alle open plekken vestigen, rozetten kunnen de laagblijvende planten overgroeien. Plant is invasief |
Beheer: bodem min op meer openhouden. |
Wilde solitaire bijen: zijdebijen (Colletes daviesanus, C. fodiens), tronkenbij (Heriades truncorum) groefbijen (onder meer Lasioglossum calceatum). |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1. |
|
Bloeiwijze madelieffijnstraal |
|
|
Spoordijk bij Zaltbommel |
|
|
Geveltuin |
|
|
|
|
|
|
Wormkruidbij: Colletes daviesanus |
|
|
Wormkruidbij: Colletes daviesanus (m) |
|
|
Wormkruidbij: Colletes daviesanus |
|
|
Wormkruidbij: Colletes daviesanus |
|
|
Wormkruidbij: Colletes daviesanus (m) |
|
|
Slobkousbij (vr) |
|
|
Slobkousbij (vr) |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
Een witje |
|
|