Winterakoniet - Eranthis hyemalis
Ranonkelfamilie - Ranunculaceae---
Hommelplant, drachtplant, vlinderplant.
Een bol(knol)gewas
Bloeiperiode: februari-maart
Bloem: geel, bloeiwijze alleenstaand, bloem(dek)bladen gewoonlijk 6; nectariën duidelijk zichtbaar, meeldraden, buisvormig en 2-lippig
Blad: wortelbladen gesteeld en diep handvormig gedeeld; stengelbladen in een krans van 3, diep handvormig gedeeld, en onder de bloem geplaatst
Vrucht: meestal 6 kokervruchten
Hoogte: 0,05-0,15 m
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochtige voedselrijke, plaatsen en niet te zure, liefst kleiige bodems; bosplant; verder tussen en onder houtige beplantingen en kort gemaaid grasland; voornamelijk stinzen, tuinen en parken soms openbaar groen; zonnig-beschaduwd.
Herkomst en verspreiding in Nederland: Midden- en Zuidoost-Europa; aangeplant in stinzen en tuinen, verwilderd en plaatselijk ingeburgerd.
Toepassing: in hoofdzaak in tuinen, maar kan ook onder beplantingen met weinig of geen onderbegroeiing en in ijle, beschaduwde grasvelden; dus onder bomen. Het kan een aantal jaren duren voordat deze plant zich gaat verspreiden; onder gunstige omstandigheden kan hij grote stukken geel kleuren
Beheer: grazige plaatsen maaien, onder beplantingen zoveel mogelijk met rust laten, bij teruglopen van de bloei plekgewijs de bodem licht omwoelen en/of licht met compost bemesten.
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen; bloeit te vroeg voor solitaire bijen.
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3.
 
(Bron: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz 1885, Gera, Germany)
 
Winterakoniet
 
Fragment
 
Bloeiwijze: de nectariën duidelijk zichtbaar
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij met geel stuifmeel
 
Kleine vos: in maart 2013 kwamen verschillende vlinders van kleine vos steeds op winterakoniet voor
 
Winterakoniet met boerenkrokus en sneeuwklokjes
 
Winterakoniet met sneeuwklokjes In het Flevopark (Amsterdam 9maart 2015)