Harig wilgenroosje - Epilobium hirsutum
Teunisbloemfamilie - onagraceae |
Hommelplant, drachtplant, (bijenplant). |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juli-september |
Bloem: roze-rood met een opvallend grote stijl met een vierlobbige stempel; bloeiwijze een tros. |
Blad: de eerste rozetbladen onbehaard en glanzend, de hogere behaard; bladrand onregelmatig gezaagd; de onderste stengenbladen tegenover- staand, de hogere verspreid. |
Vrucht: een lange, dunne, vierkleppige doosvrucht. |
Plant: stengels lang afstaand behaard. |
Hoogte: 0,6-2,5 m. |
Opmerking: de wortelstok maakt tot ca. 50 cm diep lange, witte, dikke, ondergrondse uitlopers. |
|
|
|
Milieu en groeiplaats: natte tot vochtige, zwakzure tot kalkrijke, voedselrijke bodems; ook op brakke bodems of allerlei plaatsen langs de kust; plaatsen met ophoping en snelle mineralisatie van organisch materiaal; in verruigde rietmoerassen, langs loofbossen vooral elzen en essenbos; langs oevers van allerlei wateren, vijverkanten, op braakliggende terreinen, in spoor- en kanaalbermen en stadsplantsoenen; zon-halfschaduw. |
Verspreiding in Nederland: met uitzondering van de drogere zand- en leemgebieden zeer algemeen |
Toepassing: eventueel in grote tuinen. Op de meeste andere plaatsen vestigt de soort zich zelf |
Beheer: als ruigte beheren; dat wil zeggen door 1x per 3-5 jaar maaien en successie voorkomen. De plant kan zeer dominant worden. Op vochtige, voedselrijke bodems waar minder concurrentie-krachtige soorten worden ingezaaid, bestaat er een aanzienlijke kans, dat deze soorten na een aantal jaren door harig wilgenroosje worden overgroeid. |
Wilde solitaire bijen: groefbijen (Lasioglossum); onder meer gewone geurgroefbij. |
Dracht: nectar en wit stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 3; in de buurt van een bijenvolk 5. |
|
(Bron plaat links: Flora Batavia Jan Kops et al.; rechts: Flora Danica Georg Christian Oeder e.a. ) |
|
|
Bloem met de vierlobbige stempel |
|
|
Doosvruchten |
|
|
De vierkleppige doosvrucht met zaad |
|
|
Blad en bladrand |
|
|
|
|
|
De Amstel in Amsterdam: harig wilgenroosje met gewone engelwortel |
|
|
Een poel |
|
|
Harig wilgenroosje groeit vaak bij grote lisdodde |
|
|
Harig wilgenroosje langs een vijver in Amsterdam-Zuid |
|
|
Harig wilgenroosje hier zeer dominant |
|
|
Harig wilgenroosje in het Lauwersmeer gebied |
|
|
Harig wilgenroosje langs het spoor |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Een akkerhommel |
|
|
Gewone geurgroefbij |
|
|