Elaeagnus multiflora
Duindoornfamilie - Elaeagnaceae |
Drachtplant. |
|
Een heester |
Bloeiperiode: rond mei |
Bloem: bloem; aan binnenkant geel, bloeiwijze okselstandig |
Blad: bladeren eirond of langwerpig, gaafrandig, van boven licht groen, van onderen zilverwit beschubd |
Vrucht: vrucht oranje met zilverkleurige of bruin schubben, langgesteeld |
Overige: jonge twijgen bruin beschubd |
Hoogte: tot 2,5 m |
|
|
|
|
|
Milieu: enigszins droge tot vochtige, zandige zwak zure tot licht kalkhoudende bodems; zon. |
Herkomst: China, Japan; in Nederland vaak aangeplant |
Toepassing: Tuinen, parken, openbaar groen, recreatie terreinen. |
Beheer: verjongingssnoei, kan sterk worden teruggesnoeid. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3-4. |
|
|
|
Fragment 1 |
|
|
Fragment 2 |
|
|
Detail --- naar bessen |
|
|
De bessen van Elaeagnus multiflorum zijn langgesteeld |
|
|