Elaeagnus x ebbingei (E. macrophilla x E. pungens) - Duindoornfamilie - Elaeagnaceae |
||||||||||||
Hommelplant, drachtplant. | ||||||||||||
|
||||||||||||
Milieu- en groeiplaats: enigszins droge tot vochtige, liefst middel zware minerale (leem, klei) bodems; zon. | ||||||||||||
Herkomst: beide oudersoorten komen van nature in Japan voor. | ||||||||||||
Toepassing: openbaar groen, tuinen, industrieterreinen, vooral in het kustgebied. | ||||||||||||
Beheer: verjongingssnoei, kan sterk worden teruggesnoeid; voor wintergroen blad mei-september snoeien, bij later snoeien worden de nieuwe scheuten vorstgevoeliger. | ||||||||||||
Wilde solitaire bijen: vooral door de late bloei niet waargenomen | ||||||||||||
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3-4. | ||||||||||||
|
||||||||||||
Heester op een bedrijventerrein | ||||||||||||
Fragment heester | ||||||||||||
Bloeiwijze | ||||||||||||
Bloem | ||||||||||||
Aardhommel | ||||||||||||
Distelvlinder | ||||||||||||