Smalle olijfwilg - Elaeagnus angustifolia
Elaeagnaceae - Duindoornfamilie |
Drachtplant. |
|
Een heester |
Bloeiperiode: mei - juni |
Bloem: aan binnenzijde geel, bloeiwijze okselstandig |
Blad: een lichtgele zilverachtig beschubde steenvruchtl |
Vrucht: lancetvormig, grijsgroen en met zilverwitviltig behaarde onderkant |
Overige: schors grijsgroen en , ondiep gegroefd, jonge takken zilverachtig beschubd en gedoornd |
Hoogte: tot 6,0 m |
|
|
|
|
|
Milieu: enigszins droge tot vochtige, schrale tot matig voedselrijke zandige, neutrale tot kalkhoudende bodems; zon. |
Herkomst: Zuid-Europa en Midden-Azië |
Toepassing: tuinen, openbaar groen, parken, recreatieterreinen. |
Beheer: verjongingssnoei. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar . Indicatie voor dracht: code 5. |
|
Plaat |
|
|
Vruchten |
|
|
Bloem en blad |
|
|