Rode zonnehoed - Echinacea purpurea
Composietenfamilie - Asteraceae |
Hommelplant, drachtplant, vlinderplant. |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juli- oktober |
Bloem: purper tot rood, cultivars vaak wit; bloeiwijze alleen staand; hoofdje tegen het einde van de bloei kegelvormig; |
Blad: bladeren min of meer langwerpig, donkergroen, ruw behaard; de onderste langgesteeld, stengelbladeren zeer kort gesteld |
Vrucht: een nootje |
Overige: stengel iets ruw behaard |
Hoogte: 0,8-1,2 m |
|
|
|
|
Milieu: vochthoudende (niet te vochtige), maar goed doorlatende, niet zure, matig voedselrijke bodems; zon. |
Herkomst: Noord-Amerika. |
Toepassing: tuinen; prairievegetaties.. |
Beheer: als vaste plant beheren; plant is zeer gevoelig voor concurrentie; verdraagt geen concurrentie; de plant moet geheel vrijstaan dus in kale grond en niet opgesloten tussen andere planten. Verdraagt ook geen winternatte bodem en kan als borderplant snel weg vallen. |
Wilde solitaire bijen: nog niet waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Bloeiwijze Rode zonnehoed - Echinacea purpurea |
|
|
Bloeiwijze Rode zonnehoed - Echinacea purpurea |
|
|
Rode zonnehoed in een vasteplantenborder in combinatie met Eupatorium purpureum |
|
|
Fragment |
|
|
Rode zonnehoed in combinatie met verbena bonariensis |
|
|
Rode zonnehoed in combinatie met verbena Helenium en aster |
|
|
Rode zonnehoed park in Amsterdam Geuzenveld (2000) |
|
|
Rode zonnehoed hofje de Bruntskameren in Utrecht (2009) |
|
|
Een witte cultivar van Echinacea purpurea in combinatie met Helenium en Eupatorium |
|
|
Een witte cultivar van Echinacea purpurea in combinatie kogeldistel |
|
|
Een witte cultivar van Echinacea purpurea |
|
|
Rode zonnehoed met honingbij - |
|
|
Distelvlinder |
|
|
Gehakkelde aurelia met aardhommel |
|
|
|
|
|
|
|
|
Kleine vos met hommel |
|
|
Kleine vos |
|
|
Atalanta |
|
|
Dagpauwoog met kleine vos |
|
|
Zandoogje |
|
|