Weegbreezonnebloem - Doronicum plantagineum
Composietenfamilie - Asteraceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: mei-juni
Bloem: geel, bloeiwijze alleenstaand of soms 2 of 3 bij elkaar
Blad: wortelbladen versmald in de bladsteel
Vrucht: een nootje
Overige: stengel onderaan bijna kaal
Hoogte: 0,4 -8,0 m
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijk, humeuze tot lemige, niet zure bodems; in lichte loofbossen en stinzen; beschaduwd.
Verspreiding in Nederland: zeldzaam in het duingebied beneden Bergen; elders zeldzamer.
Toepassing: tuinen
Beheer: als vaste plant beheren, verzuring bodem voorkomen door onder meer toevoegen van compost
Wilde solitaire bijen: nog niet waargenomen.
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1.
 
Plaat en bloem Weegbreezonnebloem - Doronicum plantagineum - (bron plaat: Walter Hood Fitch - Illustrations of the British Flora (1924)
 
Doronicum als tuinplant
 
Doronicum als tuinplant
 
Fragment
 
Heempark Amstelveen