Hartbladzonnebloem - Doronicum pardalianches
Composietenfamilie - Asteraceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: mei- juni |
Bloem: geel, bloeiwijze alleenstaand, maar bloemstengel meestal vertakt; de hoofdjes van de zijstengels steken vaak boven de hoofdjes van de hoofdstengel uit; |
Blad: wortelbladen met hartvormige voet |
Vrucht: een nootje |
Overige: stengel onderaan dicht behaard |
Hoogte: 0,4-0,8 m |
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijk, zandige tot lemige, niet zure bodems en lichte klei; licht beschaduwd. In lichte loofbossen, langs bosranden; stinzen, landgoederen; al dan niet verwilder in bermen en greppelkantjes langs bosranden en singels. De vegetatie mag dan niet te veel gesloten zijn. |
Verspreiding in Nederland: zeldzaam in het duingebied beneden Bergen; elders zeldzamer; verwilderd soms, maar houdt zelden stand. |
Toepassing: stinzen, tuinen, parken; zaait zich onder gunstige omstandigheden goed uit; groeit tussen de andere lagere planten door. Het kan jaren duren voordat de plant goed is gevestigd en zich uitzaait; in tuinen kan de plant, zelfs als hij talrijk voorkomt, op onverklaarbare wijze ook snel verdwijnen. |
Beheer: overwoekering door andere planten voorkomen, kan zich op (tijdelijk) beschaduwde plekken zoals open bosranden en beplantingen goed handhaven. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Tronkenbij |
Heriades truncorum |
|
|
Gewone geurgroefbij |
Lasioglossum calceatum |
|
|
Roodpotige groebij |
Halictis rubicundus |
|
|
Roodgatje |
Andrena haemorrhoa |
|
|
Tweekleurige zandbij |
Andrena bicolor |
|
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: hb 1. Dicht bij een bijenvolk hb3 |
|
Platen Hartbladzonnebloem - Doronicum pardalianches - (bron boven: Deutschlands Flora in Abbildungen. Johann Georg Sturm; onder: Flora Batavia Jan Kops et al.) |
|
|
|
Bloem |
|
|
Bloeiwijze en stengel |
|
|
|
|
Wortelblad |
|
|
|
Een bosrand in Zuid-Limburg |
|
|
Thijssepark Amstelveen |
|
|
Hartbladzonnebloem verwilderd in een droge rietkraag (bij Parrega Fr.) |
|
|
Hartbladzonnebloem verwilderd in een berm; de vegetatie is hier tamelijk ruig, maar blijft door bschaduwing van bomen open genoeg voor Doronicum. |
|
|
Een greppeltalud in de Noordoostpolder |
|
|
Hartbladzonnebloem als tuinplant |
|
|
Tronkenbij |
|
|
Roodpotige groefbij |
|
|
Roodpotige groefbij |
|
|
Een groefbij -lasioglossum (naam volgt later) |
|
|
Roodgatje |
|
|
Tweekleurige zandbij |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|