Steenanjer - Dianthus deltoides
Anjerfamilie - Caryophyllaceae |
Bijenplant, hommelplant,drachtplant, vlinderplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juni-september |
Bloem: roodachtig, plaat van de kroonbladen getand |
Blad: smal tot grasachtig |
Vrucht: doosvrucht |
Overige: plant zodevormend; bloemstengels opstijgend; De stengels zijn kort behaard maar niet goed zichtbaar. |
Hoogte: 0,15-0,35 m hoog |
: |
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: droge, min of meer voedselarme zandige, zwak zure bodems; in lage grazige vegetaties, onder meer in wegbermen, rivier en kanaaldijken, rivierduinen; zon. |
Verspreiding in Nederland: in hoofdzaak in de omgeving van de Overijsselse Vecht en de Dinkel; lokaal verwilderd en standhoudend; onder meer in de duinen. |
Toepassing: tuinen, rotstuinen. |
Beheer: sluiting van de graslandvegetatie tegengaan door een keer per jaar in de nazomer of vroege najaar te maaien. |
Wilde solitaire bijen: groefbijen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1 en 4. |
|
Platen - (bron Flora Batavia Jan Kops et al.: ; rechts:O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz) |
Terug |
|
|
Plant |
Terug |
|
|
Vegetatie met steenanjer langs de dijk van de Ems |
Terug |
|
|