Duizendschoon - Dianthus barbatus
Anjerfamilie - Caryophyllaceae |
Hommelplant, drachtplant, bijenplant, vlinderplant. |
|
Een overblijvende (kortlevende vaste) plant |
Bloeiperiode: juni-augustus |
Bloem: rood tot wit; bloeiwijze schermachtig |
Blad: langwerpig en spits toelopend |
Vrucht: doosvrucht |
Hoogte: 0,4-0,6 m |
|
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige, matige voedselrijke tot voedselrijke, zandige tot kleiige bodems; zon-lichte schaduw. |
Herkomst: Zuid- en Midden-Europa; in tuinen meestal cultivars. Zelden verwilderd, maar nooit stand houdend. |
Toepassing: tuinen, het meest in boerentuinen en volkstuinen; tegeltuinen, geveltuinen, plantenbakken. |
Beheer: Planten kunnen na 2-4 jaar afsterven; de planten kunnen het beste voor de tweede bloei worden terug gesnoeid; in het 2e of 3e jaar planten in de nazomer (september) stekken; de plant is gevoelig voor rotting; is te voorkomen door verwijderen van afgestorven blad. |
Wilde solitaire bijen: gewone geurgroefbij, roodpotige groefbij |
Dracht: nectar. Indicatie voor dracht: code 1 (grote bedden of bij bijenstal 3). |
|
Plaat -Duizendschoon - Dianthus barbatus (bron wikipedia commons) |
|
|
Een geveltuin |
|
|
Een plantenbak |
|
|
Honingbij |
|
|
Aardhommel |
|
|