Drachtplant, (waarschijnlijk ook een plant voor ander bijen.
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: rond juni
Bloem: min of meer roze, bloeiwijzen een tros aan top van de stengel
Blad: langwerpig en bij de top toegespitst.
Vrucht: een peul
Hoogte: 0,7-1,2 m
Overige: de stengels zijn min of meer houtig en lijkt daardoor op een halfheester. De stengels sterven wel af.
Milieu en groeiplaats: op zwak vochtige tot vrij droge, matig voedselrijke minerale bodems. Zon
Herkomst: Oostelijk gedeelte van Noord-Amerika
Toepassing: tuinen
Beheer: als vaste plant
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen.
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb. De plant is een keer in een botanische tuin gefotografeerd op een moment dat hij druk door honingbijen werd bezocht. Een kwalificatie is nog niet mogelijk