Klein streepzaad - Crepis capillaris
Composietenfamilie - Asteraceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, (vlinderplant) |
|
Een eenjarige tot tweejarige plant |
Bloeiperiode: juni-november |
Bloem: lintbloemen geel aan de onderkant vaak roodachtig, bloeiwijze een tuil; In tegensteling met grootstreepzaad zijn de buitenste omwindselbladen aanliggend en niet afstaand; hoofdjes zijn ca. 1 cm breed. |
Blad: rozetbladeren glanzend, langwerpig en getand tot veerspletig; stengelbladeren zittend, met spitse oortjes stengel omvattend |
Vrucht: nootje |
Overige: rozetplant |
Hoogte: 0,3-0,9 m hoog |
|
|
|
Milieu & groeiplaats: vochtige tot droge, voedselrijke, zandige tot kleiige bodems; in grazige vegetaties, daar meestal op de enigszins open plekken, maar ook heel veel als pionierplant op open gronden; in en op allerlei bermen en dijken; braakliggende terreinen, stadsplantsoenen, halfverhardingen en tussen het plaveisel tegen muren, hekwerken en straatmeubilair; zon. |
Verspreiding in Nederland: algemeen. |
Toepassing: tuin; tegeltuinen, bloemmengels, akkerranden |
Beheer: bodem min of meer open houden; uit oogpunt van de bijen mag er uitsluitend eenmaal na de zomer worden gemaaid, in ieder geval op de schralere, drogere en zomerdroge bodems. Op voedselrijkere en meer vochtige bodems kunnen om andere redenen twee beurten per jaar nodig zijn. Maar dan wel gefaseerd maaien. |
Wilde (solitaire) bijen: |
Zandbijen - Andrena |
|
Gewone dwergzandbij |
A. minutula |
|
|
Grasbij |
A. flavipes |
|
|
Texelse zandbij |
A. fulvago |
|
|
Tweekleurige zandbij |
A. bicolor |
|
Groefbijen: Halictus en Lasioglossum |
|
Breedband groefbij |
H. scabiosae |
|
|
Roodpotige groefbij |
H. rubicundus |
|
|
Gewone franjegroefbij |
L. sexstrigatum |
|
|
Gewone geurgroefbij |
L. calceatum |
|
|
Matte bandgroefbij |
L. leucozonium |
|
|
Biggenkruidgroefbij |
L. villosulum |
Heeft een voorkeur voor composieten |
Overige bijen |
|
Grote roetbij |
Panurgus banksianus |
Zijn van composieten afhankelijk |
|
Kleine roetbij |
Panurgus calcaratus |
|
Pluimvoetbij |
Dasipoda hirtipes |
|
Tronkenbij |
Heriades truncorum |
|
Dracht: (nectar) en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht code 3. |
Opmerking: In veel situaties is klein streepzaad een belangrijke plant voor wilde bijen, vooral voor roetbijen en pluimvoetbijen. Een voorbeeld is een weiland tegen de bebouwde kom in Veenendaal. Pluimvoetbij werd daar in 2010 massaal waargenomen verder werden er ook roetbijen in de bloemen waargenomen. Op kleinere schaal gold dat ook voor een plek in Deventer. |
|
Klein streepzaad |
|
|
Een weiland tegen de bebouwde kom in Veenendaal. Pluimvoet bij was hier talrijk in 2010 |
|
|
Fragment weiland met klein streepzaad |
|
|
Een zeedijk op Vlieland met klein streepzaad en peen |
|
|
Fragment van een bermvegetatie met klein streepzaad en reukeloze kamille |
|
|
Klein streepzaad. Op deze plek in Deventer kwam ook pluimvoet bij voor |
|
|
Klein streepzaad in plantsoen in Utrecht. Er kwamen hier veel wilde bijen voor |
|
|
Een roetbij op klein streepzaad |
|
|
Pluimvoetbij |
|
|
Pluimvoetbij |
|
|
Pluimvoetbij |
|
|
Klein streepzaad op verhardingen. Ook op deze plekken komen wilde bijen voor |
|
|
Texelse zandbij op klein streepzaad |
|
|
Texelse zandbij op klein streepzaad |
|
|