Tweestijlige meidoorn - Crataegus laevigata
Rozenfamilie - Rosaceae
--
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant
Een heester of kleine boom
Bloeiperiode: mei-juni
Bloem: wit met 2 0f 3 stijlen, bloeiwijze een tuil
Blad: van de korte takken ruitvormig en alleen aan de top gelobd
Vrucht: steenvrucht rood, min of meer bolvormig en met 2 of 3 zaden
hout: twijgen gedoornd;
Hoogte: tot 4,0 m
 
 
 
 
 
 
Milieu & groeiplaats: vochtige, matig voedselrijke zwak zure tot kalkhoudende minerale bodems; in loofbos en struweel; tussen 1980 en 1990 ook langs spoorwegen, zon-tb.
Verspreiding in Nederland: zeldzaam tot vrij zeldzaam in de oostelijke helft van het land.
Toepassing: tuinen, openbaar groen
Beheer: kan eventueel worden afgezet of sterk worden ingesnoeid
Wilde solitaire bijen: Westrich (1989) noemt nog een 10-tal andere soorten.
Zandbijen - Andrena
  Gewone dwergzandbij A. minutula  
  Grasbij A. flavipes  
  Roodbuikje A. ventralis  
  Roodgatje A. haemorrhoa  
  Tweekleurige zandbij A. bicolor  
  Vosje A. vulva  
  Zwartbronzen zandbij A. nigroaenea  
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3.
 
Plaat tweestijlige meidoorn (Bron: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora (1901-1905)
 
Bloem met drie stijlen
 
Bloeiwijze en blad
 
Fragment heester