Hanendoorn - Crataegus crus-galli
Rozenfamilie - Rosaceae |
Hommelplan, drachtpland, waarschijlijk ook bijenplant |
|
Een kleine Boom |
Bloeiperiode: rond mei |
Bloem:bloem wit, helmkoppen roze en met 2 (3) stijlen, bloeiwijze een tuil |
Blad: niet gelobd, omgekeerd eivormig bladvoet sterk wigvormig, bladrand scherp gezaagd, bovenkant glimmend groen, herfstkleur oranjerood; |
Vrucht: bes rood |
Overige: met lange tot 6 (8) cm lange doorns. |
Hoogte: tot 6 (10) m |
|
|
|
|
Milieu: vochtige tot iets droge, matig voedselrijke minerale neutrale tot kalkhoudende bodems; soms verwilderd op langdurig braakliggende terreinen; zonnig. |
Herkomst: oostelijk Verenigde Staten. In Nederland soms verwilderd; grote (ca. 5m) en kleinere bomen in ieder geval voor 1990 in het zandgat van Maarn. |
Toepassing: tuinen, parken, openbaar groen. |
Beheer: vorm-, verjongingssnoei. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3 (rwn 2, rwp4 ). ---- |
|
|
Boom |
|
|
|
Kruin met besssen |
|
|
|
Blad |
|
|
|
Bloem en bloeiwijze |
|
|
|
Tak met doorns |
|
|
|
Doorn |
|
|
Bessen |
|
|
|
|