Vingerhelmbloem - Corydalis solida
Papaverfamilie - Papaveraceae; voorheen Duivekervelfamilie- Fumariaceae
|
Bijenplant, hommelplant, drachtplant. |
|
Een knolgewas: heeft ondergronds een een iets afgeplatte knol die aan bloeien-de planten ca 1-tot ruim 2,5 cm groot is |
Bloeiperiode: maart-april |
Bloem: roze tot paarsrood (soms wit); tweezijdig symmetrisch; de bloem heeft vier kroonblad waarvan de bovenste zich tot een spoor heeft ontwikkeld. In deze spoor, die gewoonliok naar boven is gericht wordt nectar geproduceerd; bloeiwijze een tros; schutbladen diep handvormig/ vingervormig ingesneden |
Blad: meestal dubbel 3-tallig geveerd en met smalle deelblaadjes |
Vrucht: doosvrucht |
Overige: knol is massief |
Hoogte: 0,1-0,3 |
|
|
Milieu & groeiplaats: vochtige tot iets droge, voedselarme tot voedselrijke, en vaak kalkhoudende, zandige tot lemige, humusrijke bodems; in hakhoutbosjes, parkbossen, onder heggen, op buitenplaatsen en begraafplaatsen; waar de soort in de omgeving veel voorkomt is ze ook in gazons en kort grazige bermen aan te treffen; beschaduwd. Een soort van essen-iepenbos; de meeste stinzenbossen zijn daar van afgeleid. |
Verspreiding in Nederland: in Nederland: vrij zeldzaam tot zeldzaam; veel voorkomende stinzenplant. |
Toepassing: tuin, parken, stinzen, landgoederen, begraafplaatsen, openbaar groen; in principe in alle beplantingen die aan de milieu-eisen voldoen; kan zich ook op in beschaduwde, niet te veel gesloten grasvelden en bermen die frequent worden gemaaid goed handhaven maar de eerste maaibeurt mag dan niet voor de zaadval plaats vinden. Deze soort is zeer goed te combineren met bosanemoon en met nog veel meer andere soorten, maar verdwijnt bij daslook. Opmerking: het is niet nodig de soort massaal te introduceren; enkele knolletjes of 1 gram zaad per m2 of een groter opperplak is voldoende. Het zaad wordt door mieren snel verspreid. Beheer: te veel schaduw en overgroeiing voorkomen. |
Wilde solitaire bijen en bloembezoek:. |
|
Gehoornde metselbij |
Osmia cornuta |
|
|
Gewone sachembij |
Anthophora plumipes |
|
|
Rosse metselbij |
Osmia bicornis |
|
|
Vosje |
Andrena fulva |
|
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 2 |
|
Platen -Vingerhelmbloem - Corydalis solida (bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; rechts: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Fragment plant - |
|
|
Plant en groeiwijze |
|
|
Schutbladen |
|
|
|
Toepassing Holypark |
|
|
Toepassing Holypark |
|
|
Fragment vegetatie in een tuin |
|
|
Vingerhelmbloem met Oosterse sterhyacint |
|
|
Vingerhelmbloem met Arabis procurrens (wit) en blauwe druifjes. Deze combinatie wordt bezocht door solitaire wilde bijen, hommels, honingbijen en vlinders. |
|
|
Gewone Sachembij (m) |
|
|
Gewone Sachembij (m) |
|
|
Gewone Sachembij (vr) |
|
|
Steenhommel |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|