Holwortel - Corydalis cava--
(Papaverfamilie - Papaveraceae; voorheen Duivekervelfamilie- Fumariaceae)
Bijenplant, hommelplant, drachtplant
Een knolgewas
Bloeiperiode: maart-mei
Bloem: paarsrood of wit; bloeiwijze een tros; schutbladen eirond, en met een gave rand
Blad: blauwgroen, dubbel drietallig.
Vrucht: doosvrucht
Overige: wortelstok knolvormige en hol
Hoogte: 0,15-0,3m
 
 
 
 
 
 
Milieu & groeiplaats: vochtige, vrij voedselrijke beschaduwde, humusrijke, kleiachtige bodems; voornamelijk als onderbegroeiing van essen-iepenbos op stinzen en buitenplaatsen; beschaduwd.
Verspreiding in Nederland: plant van de Midden Europese flora in Nederland aangeplant in stinzentuinen en daar verwilderd.
Toepassing: tuinen, stinzen, landgoederen, parken; openbaar groen. Opmerking: deze soort is in tegenstelling tot vingerhelmbloem tamelijk kritisch; doet het aanzienlijk beter op kleiige bodem dan op de zandige grond.
Beheer: te zware schaduw en overgroeiing voorkomen.
Wilde solitaire bijen: www.denederlandsebijen.nl
  Gewone sachembij Anthophora plumipes  
  Rosse metselbij. Osmia bicornis  
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1. (nauwelijks honingbijen waargenomen).
 
Platen Holwortel - corydalis cava - (bron links: Flora Batavia Jan Kops et al.; rechts: Deutschlands Flora in Abbildungen. Johann Georg Sturm)
 
Bloeiwijze Holwortel - corydalis cava
 
Bloeiwijze Holwortel - corydalis cava
 
Schutbladen: op de foto rechts liggen de schutbladen over elkaar door foto van bovenaf
 
Plant -
 
Fragment
 
Notaris tuin Kollum (Fr)
 
Stins in Beers (Fr)
 
Notaristuin Kollum (Fr)
 
Holwortel met slanke sleutelbloem in de Hortus van Leiden
 
Aardhommel
 
 
Honingbijen zoeken stuifmeel en breken in voor nectar