Gevlekte scheerling - Conium maculatum
Schermbloemenfamilie - Apiaceae
Bijenplant, drachtplant
Een tweejarige, soms eenjarige plant
Bloeiperiode: juni-augustus (sept)
Bloem: wit, kroonbladen kort tot 2 mm, bloeiwijze een scherm;   omwindselbladen naar één  kant gekeerd, kort, langwerpig en teruggeslagen
Blad: driehoekig en twee- tot viervoudig geveerd.
Vrucht: een bolvormige splitvrucht
Overige: stengels roodbruin gevlekt
Hoogte: 0,8-2,5 m
Opmerking: de plant is dodelijk giftig bij inwendig gebruik
 
 
 
Milieu en standplaats: vrij droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijk minerale niet zure bodems variërend van leemhoudend zand tot klei; in het buitenland ook op mergel en stenige plaatsen. Langs allerlei lintvormige landschapselementen zoals bermen, dijken, spoorbermen en -dijken; ruderale plaatsen; langs houtige begroeiingen zoals heggen, struwelen en randen van beplantingen; soms ook in akkers als eenjarige plant. Liefst volle zon, maar ook vaak op halfbeschaduwde plaatsen.
Verspreiding in Nederland: vrij zeldzaam tot minder algemeen in Zuid-Limburg, het rivieren gebied, en het duingebied ten zuiden van bergen; daarbuiten zeldzaam; de plant lijkt zicht uit te breiden.
Beheer: de plant is zeer giftig. De soort kan lokaal tot dominantie komen. Op sommige plekken kan dat ongewenst zijn , bijvoorbeeld in of bij woonwijken. In die gevallen voor de bloei geheel of gedeeltelijk maaien.
Wilde solitaire bijen
  Viltvlekzandbij Andrena nitida  
  Fluitenkruidbij Andrena proxima Gespecialiseerd op schermbloemigen
Dracht: nectar (en stuifmeel?). Indicatie voor dracht: code Hb 4. Vanaf 1980 nu en dan een enkele bij waargenomen. maar te weinig om het als drachtplant te noemen. Op 7 juni 2016 werd de plant langs het spoor tussen Amsterdam Amstel en Amsterdam-Muiderpoort de hele dag (10.00 - 16.00 en waarschijnlijk langer) talrijk (honderden) door honingbijen bezocht. (de plant kwam talrijk voor; in totaal ca. 100 m2). Er werd vooral nectar verzameld, een enkele bij had ook wit stuifmeel aan zijn achterpoten, maar verzamelgedrach is niet waargenomen. Bij Rhenen minder talrijk.
 
Plaat (Bron: Flora Batavia Jan Kops et al.)
 
Platen - (bron links: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm; rechts: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz 1885)
 
Gevlekte scheerling locaties waar de bijen talrijk zijn waargenomen: spoorberm
 
Gevlekte scheerling langs het trottoir bij het spoorwegviaduct
 
Gevlekte scheerling op de spoordijk, die vrij toegankelijk is.
 
Gevlekte scheerling bij de Rijnbrug bij Rhenen. op deze plek kwam fluitenkruidbij in aantal voor (5-8 bijen)
 
Bloeiwijze
 
Blad
 
Fragment gevlekte stengel
 
Honingbijen
 
 
 
 
 
Viltvlekzandbij
 
Fluitenkruidbij