Borstelkrans Clinopodium vulgare(Satureja vulgaris)
Lipbloemenfamilie - Lamiaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juli-september |
Bloem: roze tot paarsachtig, tot ca. 2 cm lang; bloeiwijze okselstandig (ver uiteenstaande schijnkransen), de bovenste schijnkrans hoofdjesachtig |
Blad: bladen eirond tot langwerpig, gekarteld, behaard en kortgesteeld |
Vrucht: |
Overige: bloeistengels zijn niet of weinig vertakt |
Hoogte: 0,3-0,6 m |
|
|
|
|
|
Milieu & groeiplaats: zomerdroge, vrij schrale, kalkhoudende bodems; in ruige grazige begroeiingen, veelal langs struwelen, rivierdijken, spoorbermen (1980-1995 nog?), nieuwe natuurgebieden langs de rivieren (Millingerwaard), duinen; zonnig |
Verspreiding in Nederland: vrij zeldzaam in Zuid-Limburg; elders zeldzaam tot zeer zeldzaam. |
Toepassing: heemtuinen, kruidentuinen, tuinen |
Beheer: een soort van veelal grazige zomen en ruig grasland: maximaal 1 x per jaar in september-oktober maaien of extensieve begrazing dor schapen. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Andoornbij |
Anthophora furcata |
Is afhankelijk van Lipbloemigen |
|
Grote wolbij |
Anthidium manicatum |
|
|
Blauwe metselbij |
Osmia caerulescens |
|
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Platen borstelkrans: - (bron links: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm: rechts: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora) |
|
|
Bloeiwijze: bovenste schijnkrans hoofdjesachtig |
|
|
Bloeiwijze en plant (Millingerwaard 2011) |
|
|
Bloeiwijze en plant (Millingerwaard 2011) |
|
|
Vegetatie met borstelkrans in een ruiggraslandvegetatie (Millingerwaard 2011) |
|
|
Andoornbij - Anthophora furcata - |
|
|
Andoornbij - Anthophora furcata |
|
|
Andoornbij - Anthophora furcata |
|
|
Andoornbij - Anthophora furcata |
|
|
Een dikkopje |
|
|
|
|
Citroenvlinder |
|
|