Geelhout - Cladrastis kentukea
Vlinderbloemenfamilie Fabaceae |
Hommelplant, drachtplant |
|
Een meerstammige boom |
Bloeiperiode: mei-juni |
Bloem: it, bloeiwijze een lange hangende tros |
Blad: oneven geveerd, blaadje ca. ovaal, bladranden gaaf, herfstkleur geel; |
Vrucht: een kleine platte ingesnoerde peul |
Overige: schors bruingrijsachtig, tamelijk glad tot ondiep gegroefd, twijgen roodbruin en kaal, vers gezaagd hout geel |
Hoogte: 12 (15) m |
O |
|
|
Milieu: vochthoudende, matig voedselrijke, zowel zwak zure als kalkhoudende bodems. Stelt weinig eisen aan de bodem. |
Herkomst: zuidoostelijk deel van de Noord-Amerika. |
Toepassing: tuinen, parken, landgoederen. Is in de jonge fase vorst gevoelig, ook windgevoelig. |
Beheer: vormsnoei, verjongingssnoei na de bloei; voorjaarssnoei veroorzaakt bloedingen |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar. Indicatie voor dracht: code 3 (5). |
|
|
Boom en bloeiwijze |
Terug |
|
|
Bloem |
Terug |
|
|
Blad |
Terug |
|
|
Deelblaadje |
Terug |
|
|