Cistusroos - Cistus laurifolius --
Zonneroosjesfamilie - Cistaceae |
Drachtplant |
|
Een heester |
Bloeiperiode: april-juni |
Bloem: wit |
Blad: langwerpig en naar de top toegespitst, iets leerachtig en aan de onderkant klierachtig behaard |
Vrucht: een doosvrucht |
Overige: twijgen klierachtig behaard |
Hoogte: 1,5 m |
|
|
|
|
|
|
|
Milieu: in vochthoudende maar waterdoorlatende, schrale tot matig voedselrijke, zwak zure tot licht kalkhoudende, minerale bodems; zon |
Herkomst: westelijk Middellandse Zeegebied. |
Toepassing: tuinen. |
Beheer: eventueel vorm- en verjongingssnoei |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: (weinig of geen nectar) en oranjegeel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Bloemen en bloeiwijze |
|
|
Bladen |
|
|
Heester |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|