Actaea (Cimicifuga) ramosa
Ranonkelfamilie - Ranunculaceae |
Hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: rond september |
Bloem: bloem roomwit tot licht roze, met 1 stamper en minder dan 50 meeldraden, kroonbladachtige bloembladen tijden de bloei aanwezig |
Blad: geveerd, donker groen tot bruinachtig, bij cultivars bruinrood-purper, bladranden getand |
Vrucht: een bes |
Hoogte: 1,2-1,5 m hoog |
Opmerking: De foto's zijn genomen van de cultivar 'Atropurpurea' .
: de soort onderscheidt zich het duidelijkst van zilverkaars (A. racemosa) door aanwezigheid van kroonachtige bloembladen en aanzienlijk minder meeldraden. |
|
Milieu en groeiplaats: in vochtige, min of meer voedselrijke en humusrijke, zwak zure, bij voorkeur leemhoudende bodems; halfschaduw, maar verdragen meer zon op goed vochtige grond. |
Herkomst: Japan; daar een plant van licht doorlatende loofbossen. |
Toepassing: tuinen; de plant is een langzamer groeier; plant is giftig; donkerbladige planten zijn meer gevoelig voor droogte dan zilverkaars. |
Beheer: als vaste plant beheren; nu en dan (op relatief schrale bodems jaarlijks) bijmesten met compost |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code3. |
|
Plant |
|
|
Actaea ramosa vlinderplant en drachtplant |
|
|
Bloeiwijze: bloembladen tijdens de bloei aanwezig |
|
|
Bladen |
|
|
Atalanta |
|
|
|
|
|
|
Daugpauwoog |
|
|