Zomerchrysant - Chrysanthemum carinatum
Composietenfamilie - Asteraceae |
Drachtplant |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: juni - augustus |
Bloem: geel of wit met bruine of gele banden (cultivars zijn zeer variable in kleur) |
Blad: blad fijn veerdelig met smalle slippen |
Vrucht: nootje |
Hoogte: 0,4-0,6 m |
|
|
|
|
|
|
|
Milieu: vochtige, maar zomerdroge, matig voedselrijke, neutrale bodems, maar groeit in principe ook op zeeklei; zon. |
Herkomst: Marokko, in sommige delen van Zuid-Europa ingeburgerd. |
Toepassing: tuinen, wordt of werd ook in akkerranden uitgezaaid onder meer in de Hoekschewaard (2009-2010). Voor voorbeelden zie onder |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen, waar wordt in tuinen vermoedelijk wel door wilde bijen bezocht. |
Dracht: nectar en oranje stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1; dicht bij bijenvolk 3 |
|
Bloem met een gele band aan de basis van de lintbloemen |
|
|
|
|
|
Een iets struikachtige plant |
|
|
Fragment |
|
|
|
|
|
Een donkere kweekvorm |
|
|
Een lichte kweekvorm |
|
|
Botanische tuin Utrecht |
|
|
|
Tuin in de Hoekschewaard met dezelfde soorten als in de akkerranden zijn uitgezaaid |
|
|
Een Honinbij |
|
|
Een Honinbij |
|
|
|