Wilgenroosje - Chamerion angustifolium
Teunisbloemfamilie - Onagraceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juli - september |
Bloem: vrij grote lichtpurper bloemen; bloeiwijze een lange tros |
Blad: blad lancetvormig |
Vrucht: Een doosvrucht; zaad met veel pluis |
Overige: wortelstokken vertakt |
Hoogte: 0,5-1,7 m |
|
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige tot droge, voedselarme tot matig voedselrijke, in hoofdzaak zandige en lemige bodems; in duinen, op kap- en brandvlakten, in zandgroeven, hakhoutbosjes, houtwallen, spoor-, weg- en kanaalbermen, op braakliggende terreinen, in stadsplantsoenen, op steenglooiingen, tussen het plaveisel, en tegen straatmeubilair; zon-licht beschaduwd |
Verspreiding in Nederland: algemeen |
Fauna: vlinders, hommels, honingbijen, solitaire wilde bijen. Waardplant voor avondrood- en walstropijlstaart. |
Toepassing: Wordt weinig aangeplant of uitgezaaid. Roze tot witte cultivars of variëteiten worden als vaste plant aangeboden. Vooral de roze variëteit/cultivar lijkt sterk op de planten die vooral in grote delen van Finland talrijk voorkomen. Als de plant in tuinen aanslaat kan hij door zijn sterk vertakte wortelstokken, die in een groeiseizoen een meter kunnen groeien, zeer dominant worden. |
Beheer: indien men massavegetaties van deze soort in stand wil houden moet bos en struweelvorming worden voorkomen; bij niets doen zal de soort op den duur grotendeels verdwijnen; voor het soortbehoud op regionaal niveau is dat doorgaans geen probleem. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Lapse behangersbij |
Megachile lapponica |
|
|
Grote bladsnijder |
Megachile willughbiella |
|
|
Dracht: nectar en blauwgrijs stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5. |
|
Platen wilgenroosje - (bron links: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora; rechts: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz) |
|
|
Bloeiwijze en plant van wilgenroosje op verharding van een vluchtheuvel |
|
|
Duinen op Ameland |
|
|
Texel |
|
|
Een kapvlakte |
|
|
Spoorberm |
|
|
|
|
Wegbermtalud |
|
|
Rand langs een weiland |
|
|
Naarden-Vesting met wilgenroosjes op de wallen |
|
|
Vijverkant |
|
|
Een zoom langs singel in een tuin van een woonboerderij |
|
|
Een fragment |
|
|
Een bedrijventerrein aan de rand van woongebied (Finland) |
|
|
Een flat voor ouderen in Arnhem; wilgenroosje groeit als onkruid tussen de beplanting |
|
|
Wilgenroosje als een afscheidingsstrook op een camping in Finland |
|
|
Boomhommel en aardhommel - |
|
|
Aardhommel |
|
|
Lapse behangersbij (Megachile lapponica) |
|
|
Lapse behangersbij - |
|
|
Balduitsnijdingen van Lapse behangersbij |
|
|
|
Honingbij |
|
|
Koolwitje |
|
|
Witte variatie met hommel |
|
|
|
|