Loodkruid - Ceratostigma plumbaginoides
Strandkruidfamilie - Plumbaginaceae |
Drachtplant (vermoedelijk ook hommelplant) |
|
Een halfheester (wordt meestal als vaste plant aangeboden) |
Bloeiperiode: augustus - oktober |
Bloem: blauw, aan basis purperachtig, kelk paarsachtig |
Blad: omgekeerd eirond, aan de top iets toegespitst, bladrand fijn gewimperd; blad min of meer roodverkleurend |
Vrucht: nootje |
Overige: plant met kruipende, deels verhoutende wortelstokken, kan daardoor breed, min of meer bodembedekkend, uitgroeien |
Hoogte: 0,2-0,4 m |
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: matig voedselrijke, droge tot licht vochtige, niet zure, liefst kalkhoudende lichte bodems; zon (-halfschaduw) |
Herkomst: Noord-China. |
Toepassing: tuinen, rotstuinen, plantenbakken, tegeltuinen. |
Beheer: als vaste plant beheren; is gevoelig voor strenge vorst en zeer gevoelig voor winternatte bodems. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar (en wit stuifmeel?). Indicatie voor dracht: code Hb 4. Op 200 m van en bijenstal druk door honingbijen bezocht. In tuinen alleen incidentele waarnemingen. |
|
Plant |
( |
|
Bloemen |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|