Reuzenscabiosa - Cephalaria gigantea
Kamperfoeliefamilie - Caprifoliaceae
Hommelplant,  drachtplant, vlinderplant.
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: juni - begin september
Bloem: geelachtig
Blad: bladeren grijsgroen, de onderste veerspletig, tot ca. 40 cm lang, bladslippen gezaagd
Vrucht: een nootje
Hoogte: 2,0-2,5 m
 
 
 
 
 
 
Milieu: vochtige tot vochthoudende, matig voedselrijke, neutrale minerale bodems; In de praktijk gemiddelde tuingrond. zonnig.
Herkomst: Kaukasus en Turkije; groeit daar in grazige vegetaties en in bergachtig gebied.
Toepassing: tuinen.
Beheer: als vaste plant beheren.
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen.
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3-4.
 
Groeiwijze
 
Bloem (hoofdje)
 
Bloem (hoofdje)
 
Honingbijen -
 
Honingbijen
 
Honingbijen
 
Honingbij en hommel
 
Honingbij en hommel