Armeense/gele korenbloem - Centaurea macrocephala
Composietenfamilie - Asteraceae
hommelplant, drachtplant, vlinderplant.
Een overblijvende (vaste( plant
Bloeiperiode: eind juni-augustus
Bloem: geel
Blad: langwerpig, naar boven toe lancetvormig, ongesteeld en naar de voet versmald
Vrucht: nootje
Overige: dicht bebladerd en stengels stijf rechtop staand.
Hoogte: 0.7-1,0 m
Opmerking: in sommige delen van de wereld invasief
 
 
 
Milieu en groeiplaats: van nature op lemige voedselrijke, vochthoudende, maar waterdoorlatende bodem, is gevoelig voor winternatte bodems verder op gemiddelde tuingrond grond en niet te arme zandige grond. Zon, tijdelijk beschaduwd.
Herkomst: Zuidoost Europa (Kaukasus, Turkije)
Toepassing: tuinen en soms (ingezaaid), in de openbare ruimte.
Beheer: als vaste plant beheren.
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb ?.
 
Bloeiwijze
 
Plant
 
Ingezaaid in een berm (over de duurzaamheid is niets bekend)
 
Honingbijen