Bloemriet - Canna indica (hybride)
Cannaceae - Bloemrietfamilie |
Hommelplant, drachtplant |
|
Een knolgewas |
Bloeiperiode: eind juni - oktober |
Bloem: donkerrood- tot geel, bloeiwijze een pluimachtige tros; (bloem: onregelmatig, bloembladen 6, vruchtbare meeldraad 1, onvruchtbare meeldraden 1-4, 1 blad-achtig stijl) |
Blad: groot en ongedeeld |
Vrucht: een doosvrucht |
Hoogte: 0,8-2.0 m |
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochthoudende, voedselrijke, humushoudende bodems; zon. |
Herkomst: min of meer tropische gebieden van Amerika |
Toepassing: tuinen, parken, openbaar groen, grote poten en bloembakken |
Beheer: niet winterhard; voor de eerste vorst tot de grond af knippen, de knollen uitgraven en bewaren in een droge, koele vorstvrije ruimte. Rond eind april opnieuw planten. Planten in bloembakken ook tot de groen snoeien en vorstvrij bewaren. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar l. Indicatie voor dracht: code Hb3 onder zwoele omstandigheden en niet te ver van bijenvolken) |
|
Bron: Curtis’s Botanical Magazine, vol. 81 [ser. 3, vol. 11] |
|
|
Bron: Kirtikar, K.R., Basu, B.D., Indian medicinal plants, Plates, vol. 5: t. 952, fig. A (1918) |
|
|
Plant |
|
|
Plant |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Bloem |
|
|
Vruchten |
|
|
|
|
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|