Kruipklokje - Campanula poscharskyana
Klokjesfamilie - Campanulaceae--- |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant. |
|
Een Overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juni-september |
Bloem: blauw, bloemkroon sterk - tot de helft van de kroon ingesneden- , de kroon in omtrek klokvormig, kelkslippen wit gewimperd (niet zichtbaar op foto's) bloeiwijze pluimachtig vertakt |
Blad: langgesteeld, hartvormig tot rond, bladrand (dubbel)gezaagd. |
Vrucht: een doosvrucht |
Overige: min of meer liggende stengels, maar kruipen ook tegen muren en andere planten op |
Hoogte/lengte: 0,25-0,7 |
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: enigszins vochtige tot vochthoudende, matig voedselrijke tot schrale, zandige tot kleiige bodems; verdraagt geen natte bodems in de winter; zonnig. |
Herkomst en verspreiding:: Kroatië, Bosnië;
in Nederland vooral in steden verwilderd; is min of meer invasief. |
Toepassing: tuinen, rotstuinen, tegel- en geveltuinen. Kan flink uitgroeien en daarbij andere lage planten bedekken; moet behoorlijk ruimte om zich heen hebben, een pol kan tot een 80 cm doorsnee uitgroeien. |
Beheer: als vaste plant beheren. |
Wilde solitaire bijen:l |
|
Grote klokjesbij |
Chelostoma rapunculi |
Zijn van campanula's afhankelijk |
|
Klokjesdikpoot |
Melitta haemorrhoidalis |
|
Grote bladsnijder |
Megachile willughbiella |
|
|
Tweekleurige zandbij |
Andrena bicolor |
|
|
Dracht: nectar en witachtig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Plant Poscharsky's klokje half uitgebloeid en met grote kokjesbij |
|
|
Grote kokjesbij - |
|
|
Grote kokjesbij -- |
|
|
Grote kokjesbij |
|
|
Een maskerbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Verschil bloemkroon tussen: |
Campanula poscharskyana: kroon breed klokvormig |
Campanua portenschlagiana: kroon meer trechtervormig |
|
|
|
In de kleuren van de natuurlijke soorten zit ook duidelijk verschil. Door cultivars kan dat verschil worden versterkt of worden verzwakt. Het meest duidelijke onderscheid wordt gevormd door de vorm van de bloemkroon en de diepte van de insnijding. |
|