Aster (Chinese aster) - Callistephus chinensis
Composietenfamilie - Asteraceae
Hommelplant,  drachtplant, vlinderplant.
Een eenjarige plant
Bloeiperiode: juli - september
Bloem: wit tot paars met een geel hart van buisbloemen, gecultiveerd alle kleuren, maar zelden geel; cultivars meestal volledig met lintbloemen; bloeiwijze alleenstaand, maar met vertakte stengels
Blad: blad min of meer oval, bladrand getand;
Vrucht: een nootje
Hoogte: 0,3-0,8 m
 
 
 
 
Milieu: vochtige, maar goed doorlatende, min of meer, neutrale, leem of kleihoudende bodems; zonnig.
Herkomst: China.
Toepassing: tuinen; wordt vooral op volkstuinen en boerentuinen toegepast; wordt onder meer gecombineerd met zinia. Opmerking: leidt aan een soort moeheid en vallen dan vaak weg voordat ze in bloei komen. Groeit het beste op plekken waar de voorgaande jaren (3-5?) geen asters hebben gestaan. Op te vochtige grond ontstaat vaak stamrot. Zaaien: van maart tot begin mei op koele plaats binnen;  van april tot begin juni buiten.
Beheer: vooral voor de bloei wieden.
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen (worden vermoedelijk wel door wilde bijen bezocht)
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3.
 
Hoofjes/bloemen Terug
 
Volktuin in Nijmegen Terug
 
Fragment asterbed Terug
 
Aster met Zinia Terug
 
Bloem met honingbij Terug
 
Honingbijen met geel stuifmeel Terug
 
Honingbij Terug
 
Honingbij Terug
 
Distelvlinder Terug
 
Dagpauwoog Terug