Vlinderstruik - Buddleja davidii
Scrophulariaceae - Helmkruidfamilie; voorheen Buddlejafamilie - Buddelejaceae
Hommelplant, (drachtplant), vlinderplant
Een heester
Bloeiperiode: juli - oktober
Bloem: paars tot wit, bloeiwijze een eindstandige tot 30 cm lange pluim
Blad: meestal tegenoverstaand, lancetvormig, bladrand gezaagd, onderkant blad min of meer grijsviltig behaard
Vrucht: een doosvrucht
hout: twijgen zwak kantig en kort wit behaard
Hoogte: tot ca. 3,0 m
 
 
 
 
Koninginnepage Bijenpaviloen NBV Floriade 2012
Milieu en groeiplaats: droge tot min of meer vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke bodems en stenig substraat; op alle soorten min of meer open minerale bodems en verweerde muren, tussen plaveisel, basaltglooiingen en kaden vooral in de jaren tachtig talrijk op spoorwegemplacementen; op al dan niet verlaten haven- en industrieterreinen; vooral braakliggende sloopterreinen; zonnig.
Herkomst en verspreiding in Nederland: China, in Nederland vaak verwilderd en plaatselijk ingeburgerd.
Toepassing: tuinen, openbaar groen, tegeltuinen, plantenbakken.
Beheer: bloeit op eenjarig hout; hoewel het niet strikt noodzakelijk is, worden de heesters sterk teruggesnoeid; in de winter kunnen de oude scheuten tot 10-15 cm worden terug gesnoeid, oude stronken kunnen om de paar jaar worden afgezaagd. In tuinen gaan de heesters op deze wijze 15-25 jaar mee. Zaaien zich sterk uit en is vooral in Zuidelijk Europa een invasieve soort. Vooral op open, droge en al dan niet stenige substraten; grindbeddingen, verweerde rotswanden, spoorwegemplacementen en afgravingen. Is in Nederland vooral een soort die zich sinds de jaren tachtig vooral in de stad verwilderd maar meestal beperkt blijft tot vrijstaande struiken. Op oude muren, met inheemse muurflora kan buddleja beter worden tegengegaan.
Wilde solitaire bijen: nog niet waargenomen, maar langtongige soorten kunnen wel worden verwacht.
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 2 (rwn 2). Gewoonlijk wordt Buddleja niet door honingbijen bezocht, na een flinke regenbui - of als de bodem kletsnat wordt gemaakt - op een zwoele dag, en in de omgeving van een bijenvolk, bestaat de kans dat de plant intensief door bijen wordt bezocht, in verband met een sterke nectarafscheiding. Voor honingbijen hoeft Buddleja niet te worden aangeplant.
 
Bloeiwijze met zweefvlieg
 
Vlinderstruik bij entree (Deventer 1996)
 
Een plantsoen in Amersfoort (2001)
 
Een geveltuin met een witte vlinderstruik (Groningen 1996)
 
Het Zwarte water: een gracht in Utrecht (2001)
 
Spoorwegemplacement Boschpoort Maastricht (1992)
 
Spoorwegemplacement Boschpoort Maastricht (1992)
 
Spoorwegemplacement Boschpoort Maastricht (1983)
 
Vlinderstruik in gevel
 
Vlinderstruik in gevel
 
Een sloopterrein (Veenendaal 1992): hier is Buddleja niet concurrentiekrachtig
 
Atalanta
 
Distelvlinder
 
Distelvlinder
 
Distelvlinder met hommel
 
Gehakkelde aurelia
 
Citroenvlinder
 
Kleine vos -
 
Dagpauwoog, kleine vos en Groot koolwitje
 
Bruin zandoogje
 
Honingbijen
 
Koninginnepage Bijenpaviloen NBV Floriade 2012
 
Koninginnepage Bijenpaviloen NBV Floriade 2012 -
 
Koninginnepage Bijenpaviloen NBV Floriade 2012
 
Koninginnepage Bijenpaviloen NBV Floriade 2012