Raapzaad - Brassica rapa
Kruisbloemenfamilie - Brassicaceae-----
Drachtplant, hommelplant, bijenplant, vlinderplant
Een tweejarige plant (eenjarig bij uitzaaien in voorjaar)
Bloeiperiode: april-augustus
Bloem: geel, bloeiwijze een tros, open bloemen boven de knoppen uitstekend
Blad: bladen onderste deel van de plant min of meer grasgroen en stug behaard, de bovenste bladen ± blauwgroen, kaal, en met een hartvormige voet, stengelomvattend
Vrucht: een hauw, 4-6,0 cm en snavel 15-20 mm lang
Hoogte: 0,4-0,8 m
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochtige, voedselrijke open bodems; variërendvan zand tot klei; onder meer in bermen, spoorbermen, allerlei taluds met open plekken en op ruderale terreinen; zonnig.
Verspreiding in Nederland: algemeen; landbouwgewas.
Toepassing: bijenweide.
Beheer: bodem openhouden; speciaal beheer niet noodzakelijk voor de soort.
Wilde solitaire bijen:
Zandbijen - Andrena
  Goudpoot zandbij A. chysosceles  
  Grasbij A. flavipes  
  Roodgatje A. haemorrhoa  
  Vosje A. fulva  
  Blauwe zandbij A. agilissima Westrich, 1989
  Wimperflankzandbij A. dorsata
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5.
 
Plant koolraap (links overgenomen van wikipedia commons)
 
Knoppen: de buitenste knoppen bloeien het eerst; staan doen boven de knoppen uit
 
Bloeiwijze: de bloemen staan hier boven de knoppen
 
Bloeiwijze: de bloemen staan hier boven de knoppen
 
Grasbij - Andrena flavipes (links); een andere zandbij - Andrena (rechts)
 
Honingbij (links); zandbij (rechts)
 
Grasbij - Andrena flavipes