Bernagie - Borago officinalis-
Ruwbladigenfamilie - Boraginaceae |
Drachtplant, hommelplant, bijenplant |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: juni - september |
Bloem: blauw, stervormig gedeeld met afstaande en veelal spitse slippen, meeldraden opvallend paarsblauw |
Blad: ruw behaard;
meestal eirond; rozetbladen met een gevleugelde, versmalde bladsteel, de zittende stengelbladen langwerpig tot lancet-vormig; bovenste stengelomvattend. |
Vrucht: spitvrucht |
Overige: stengels zeer stijf, borstelachtig behaard. |
Hoogte: 0,4-0,8m |
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige tot vochthoudende, voedselrijke, zandige tot lichte kleibodems; op braakliggende terreinen, vuilstorten, en bij VAM-installaties op spoorwegterreinen; in principe overal waar open plekken zijn; zonnig. |
Verspreiding in Nederland: verwilderd keukenkruid; minder algemeen. |
Fauna: honingbijen, hommels, solitaire wilde bijen. |
Toepassing: tuinen, volkstuinen |
Beheer: bodem openhouden en/of steeds opnieuw uitzaaien. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Tuinbladsnijder |
Megachile centuncularis |
|
|
Grote bladsnijder |
Megachile willughbiella |
|
|
Gewone sachembij |
Anthophora plumipes |
|
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5. |
|
Bernagie - Borago officinalis- (bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; rechts:Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm ) |
|
|
Plant |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Bloemen |
|
|
Blad en bloemknoppen |
|
|
Bloemknoppen |
|
|
Fragment begroeiing op een volkstuin |
|
|
honingbijen |
|
|
Tuinbladsnijder |
|
|
Tuinbladsnijder |
|
|