(behaarde bosmunt) Blephilia hirsuta--
Lipbloemfamilie - Lamiaceae |
Drachtplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juli - augustus |
Bloem: wit tot bleek licht blauw, bezet met purper vlekjes; bloeiwijze een schijnkrans in de bladoksels; bloeiwijze sterk behaard |
Blad: Blad lang gesteeld, ongedeeld en spitstoelopend |
Vrucht: een splitvrucht |
Hoogte: 0,4-1,0 m |
Opmerking: De plant heeft geen Nederlandse naam (hairy wood mint: behaarde bosmunt) |
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: natuurlijke milieu vochtige bodems ineen bosachtige milieu, onder meer langs beekjes. In tuinen vochtige, (matig) voedselrijke bodems; licht beschaduwd tot volle zon. |
Herkomst: oostelijk Noord-Amerika en Canada |
Fauna: wordt op zijn natuurlijke standplaats door verschillende soorten wilde bijen en vlinders bezocht. |
Toepassing: botanische tuinen; Blephilia hirsuta is in Nederland een nog onbekende plant. |
Beheer: als vaste plant beheren |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar Indicatie voor dracht: code hb 5 (werd in de botanisch tuin van Utrecht weken lang door honingbijen bezocht. |
|
Bloeiwijze |
|
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Blad |
|
|
Plant en groeivorm |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|