Begonia - Begonia semperflorens hybride
Begoniafamilie - Begoniaceae |
Drachtplant |
|
Als tuinplant eenjarige |
Bloeiperiode: mei - september |
Bloem: bloem wit tot rood, bloeiwijze gevorkt; eenslachtig, mannelijke bloem met 4 kroonbladachtige dekbladen en talrijke meeldraden, dekbladen vrouwelijke bloemen 5 |
Blad: min of meer vlezige, vaak scheef (hartvormig) |
Vrucht: gevleugeld/met drie lijsten |
Hoogte: 0,15-0,25 m |
|
|
|
|
|
|
Milieu eb groeiplaats: vochtige, matig voedselrijke, humeuze bodems; zonnig-halfschaduw; is gevoelig voor de middagzon. |
Herkomst: een hybride groep die zijn oorsprong in Zuid-Amerika heeft. |
Toepassing: tuinen, plantenbakken, openbaar groen. |
Beheer: de bodem goed vochtig houden (in verband met milieu, liefst niet met leidingwater). |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3 (4: enkele keren druk bijenbezoek waargenomen.). |
Bij een gemende aanplant (rood en wit) in de Botanische tuin van Rijksuniversiteit Utrecht, werden planten met rode bloemen druk bezocht en die met witten bloemen niet. Ook op enkele andere plekken zijn zulke waarnemingen verricht. Op kleine groepen planten zijn bijen nauwelijks waargenomen. Grote groepen planten van minstens enkele vierkante meter die binnen een straal van een paar honderd meter van bijenvolken voorkomen, worden bij een goede bodemvochtigheid en bij zwoel weer goed bevlogen. |
|
Bloem en bij |
|
|
Een woonwijk in Breda (1993) |
|
|
Centrum Zeist (1992) |
|
|
Den Haag bij het Vredespaleis (1992) |
|
|
Een fragment met honingbij |
|
|
Honingbijen in actie |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|