Overblijvende ossentong Pentaglottis sempervirens (Ruwbladigenfamilie - Boraginaceae) |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, (vlinderplant). |
|
Een overblijvende (vaste) plant. |
Bloeiperiode: april-oktober. |
Bloem: blauw; bloeiwijze een schicht. |
Blad: rozetbladeren langwerpig tot eirond, spits toegelopen en lange gesteeld; de stengelbladeren in de onderste helft gesteeld in de bovenste zittend (ongesteeld). |
Vrucht: zie bij familie. |
Plant: zeer ruw behaard. |
Hoogte: 0,4-1,0 m. |
Opmerking: heeft een dikke penwortel die langer wordt dan 0,6 m; de plant is vanaf de voet meestal sterk vertakt met overhangende stengels. |
|
|
|
Milieu: vochtige tot vochthoudende (matig)voedselrijke bodems; op stinzen en in randen van beplantingen in openbaar groen; zon-halfschaduw. |
Herkomst en verspreiding in Nederland: Zuid- en West-Europa; in Nederland aanvankelijk als stinzenplant; nu ook in allerlei tuinen en vaak verwilderd; een inburgerde plant; komt zeer waarschijnlijk in alle steden en grotere plaatsen voor. Een invasieve soort |
Toepassing: tuinen, tegel- en geveltuinen, boomspiegels, beplantingen |
Beheer: in openbaar groen buiten het groeiseizoen maaien; in tuinen eventueel reguleren. Opmerking: sterk reproductief; in tuinen soms een lastig onkruid; indien ongewenst de tot ca. 60 cm lange penwortel zo diep mogelijk uitsteken. De bloemstelen zijn op te voedselrijke gronden relatief slap en vallen om bij volgroeide planten. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Tweekleurige zandbij |
Andrena bicolor |
|
|
Vosje |
Andrena fulva |
|
|
Rosse metselbij |
Osmia bicornis |
|
|
Gewone sachembij |
Anthophora plumipes |
|
|
Groefbijen |
Lasioglossum |
|
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5 (vooral in de omgeving van bijenvolken) |
|
Bloeiwijze |
terug |
|
|
|
|
|
Plant met detail ruwe van beharing die lichte irritatie van de huid kan veroorzaken |
terug |
|
|
|
Groenblijvende ossentong groeit gemakkelijk in speetem tegem muren twee cm ruimte tussen de muur en de tegels is voldoende voor deze plant. |
terug |
|
|
Plant met detail ruwe van beharing die lichte irritatie van de huid kan veroorzaken |
terug |
|
|
|
Een zoomvegetatie met overblijvende ossentong en wittedovenetel- -- |
terug |
|
|
Een afscheidinsstrook |
terug |
|
|
Vosje |
terug |
|
|
Vosje |
terug |
|
|
Vosje |
terug |
|
|
Tweekleurige zandbij |
terug |
|
|
Tweekleurige zandbij |
terug |
|
|
Rosse metselbij |
terug |
|
|
Rosse metselbij |
terug |
|
|
Rosse metselbij |
terug |
|
|
Steenhommel |
terug |
|
|
Akkerhommel |
terug |
|
|
Akkerhommel |
terug |
|
|
Akkerhommel |
terug |
|
|
Akkerhommel |
terug |
|
|
Honingbij |
terug |
|
|
Honingbij |
terug |
|
|