Snoeien
Windeffect -- Veel beheertechnieken zijn afgeleid van natuurlijke processen. Zo kan het effect van scheren van heggen worden vergeleken met effect van grazen of het effect van wind. Dit is langs de kust het geval. Voortdurende westelijke en noordwestelijke en vaak harde wind remmen de groei en veroorzaken een schuin oplopende bosrand. (Texel 2006).
 
Snoeien van scheerheggen -- Allerlei soorten heggen kunnen tegenwoordig heel precies machinaal worden gesnoeid met een messenbalk. Het snoeien van kleinschalige heggen en plekken die voor groter materieel moeilijk toegankelijk zijn, gebeurt met een handbediende messenbalk. In andere situaties is de messenbalk aan een trekker gemonteerd die zeer nauwkeurig kan worden afgesteld. Tot voor kort (1990-2000) werd deze methode ook vaak toegepast voor het snoeien van allerlei andere beplantingen met struiken. Door omvorming van beplantingen is dat steeds minder nodig. Het tijdstip is vaak niet gunstig voor bijen, waarvoor snoeien of maaien altijd na de bloei moet plaatsvinden. Vooral na 2000 worden beplantingen op de meest rigoureuze wijze gesnoeid of liever gezegd geklepeld.
---
Snoeien -- Vooral heesters kunnen flink uitgroeien. Daarom moeten ze van tijd tot tijd worden gesnoeid. Dat is vakwerk, want verkeerd snoeien gaat ten kosten van de bloei, de vrucht en de vorm en dan ook van de kwaliteit van de plek. En vakkundig snoeien doe je het best met de hand.
----
Klepelen -- Ieder weldenkend mens zal inzien dat landschapsbeheer niet meer met pure handkracht kan worden gedaan en dat het machinaal moet gebeuren. Steeds meer begint de kwaliteit van het beheer daarbij een ondergeschikte rol te spelen. De kwaliteit wordt door de techniek bepaald. Wat vandaag zonder problemen betaalbaar is, is morgen te duur, omdat een nog grotere en zwaardere machine op de markt is gebracht. Machinaal beheer is prima, maar dan moet het wel voldoen aan bepaalde kwaliteitscriteria die gerelateerd zijn aan de betekenis van groen en natuur.