'Onkruidbestrijding': een Mythe van Sisyphus 

Distels trekken
Vroeger werd iedere vorm van onkruidbestrijding handmatig uitgevoerd. Het kon niet anders. Zo werden distels gemaaid, diep uitgestoken of met een houten disteltang uitgetrokken. Vaak met wisselend succes. Dit was aanleiding voor de volgende uitdrukkingen:

 
Distels maaien is distels zaaien;
Distels steken, is distels kweken;
Distels trekken, is distels stekken;
Distels laten staan, is naar de bliksem gaan.
 
 
 

 

Chemische onkruidbestrijding -- Voor de periode 1960-1970 waren schoffelen, spitten en frezen de methoden om het onkruid onder controle te houden. Tussen 1970-1990 werd er in veel/de meeste gemeenten zowel in jonge als in oudere beplantingen nog overdadig van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen gebruikt gemaakt. Van wilde bijen in beplantingen was toen geen enkele sprake. Op deze wijze spuiten is tegenwoordig ondenkbaar. Voor overheden en bedrijven zijn de regels voor het gebruik strenger geworden en verboden. De particuliere gebruikers kunnen met veel middelen nog royaal hun gang gaan en die gebruiken vele malen meer chemisch troep dan de locale overheden. Dit was al het geval begin jaren negentig. Het is onvolstelbaar dat een overheid zijn land laat vergiftigen zonder dat daar een noodzaak voor is.
---
Schoffelen -- Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd er nog veel geschoffeld. Daarna stapte men massaal over op chemische onkruidbestrijding. Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig werd onder druk van de milieubeweging en nieuwe voorschriften het schoffelen weer ingevoerd op plekken waar dat niet anders kon. (Veenendaal 1996)
---
Versnipperen
In de jaren tachtig van de vorige eeuw deed ook de versnipperaar zijn intrede. De snippers werden gebruikt om het onkruid te onderdrukken. Als de snippers egaal werden verspreid, zag het er niet onaardig uit, maar dat veranderde spoedig. Door de snelle mineralisatie van de houtsnippers en de te dikke lagen die werden aangebracht ontstonden er storingsvegetaties die werden gedomineerd door grote brandnetels en kleefkruid. Iedere ecoloog kon dat weten. Maar dat mocht je niet hardop zeggen. Als het een dunne laag van maximaal 2-3 cm in de schaduw was, ging het redelijk goed. Snoeihout pleksgewijs op enkele hopen gooien is ook een alternatief. Dikke lagen kunnen de bodem afsluiten voor zuurstof en op zonnige en half beschaduwde plekken leiden tot een explosieve groei van onkruiden. Afvoeren van de snippers is het beste. Houtsnippers kunnen bovendien als energiebron worden gebruikt. (Heerhugowaard, 2001).
 
Na een paar jaar kwam men er achter dat terug spuiten van houtsnippers geen oplossing was voor het verminderen van onkruid. Dus werden de snippers afgevoerd.
 
Ze werden vooral gebruikt voor onverharde paden in parken.
 
---
Onkruidtrekken
Door bezuinigingen was er veel achterstallig onderhoud. Als er dan wordt afgezien van chemische onkruidbestrijding, raken beplantingen overgroeid met klimmende kruiden zoals kleefkruid, haagwinde en heggenduizendknoop, die dan met de hand moeten worden weggetrokken. Ook de zogenaamde bodem-bedekkers zijn vaak of meestal niet tegen zulke kruiden opgewassen. (Deventer 1996).
In de jaren 80 en begin jaren 90 van de vorige eeuw werden bodembedekkers als een soort wondermiddel gezien. Maar die werkten het beste als de bodem eerst preventief chemisch werd ontdaan van onkruid. Dit werd toen nog geadviseerd door het Consulaat Stedelijk Groen (Rijksoverheid !!!).
 
 
 
---
Wieden -- Jonge bodembedekkende beplantingen werden regelmatig met de hand gewied, omdat de gemeente afzag van het gebruik van chemische middelen. (Deventer 1996). Dit was financieel niet vol te houden.
---
Uitmaaien -- Een goed alternatief voor het "netjes" houden van randen van beplantingen is uitmaaien van de kruidachtige begroeiing en houtige opslag. Vaak wordt het uitmaaien tot de randen beperkt. Dit wordt ook wel randenbeheer genoemd. (Arnhem 1995) Als randenbeheer ecologisch goed gebeurt, heeft dat zeer positieve effecten op de biodiversiteit.
---
Boomschors werd vooral rond 1990 vaak gebruikt om onkruid tegen te gaan. Het effect hiervan was vaak zeer beperkt en stond niet in verhouding met de kosten. Het onderzoek wat aan deze methode ten grondslag lag, was zeer oppervlakkig. Wethouders konden hier politiek mee scoren, maar eigenlijk was het weggegooid geld. Op jonge beplantingen had het tijdelijk effect.
--