Enkele Aandachtspunten voor het buitengebied
Aanplanten van bomen voor bestuivende insecten in het buitengebied
Bomen zijn zeer belangrijke voedselbronnen voor bijen. Vroeger werden er in het buitengebied vaak linden en soms ook esdoorn aangeplant. Tegenwoordig moeten imkers hier voor vechten. In het cultuurlandschap is er anders dan in bos- en natuurgebieden ruimte voor een meer vrije keuze. Vooral voor honingbijen en hommels zijn inheemse lindensoorten van enorm belang. Verder zou er in recreatieterreinen, parken en stadsbossen aanzienlijk meer tamme kastanje kunnen worden aangeplant. Het argument dat tamme kastanje een exotisch soort zou zijn is buitengewoon zwak en bovendien worden er vooral in bossen wel meer exoten aangeplant. Vooral in de overgangszone Stad-platteland hebben we niet of veel minder te maken met bezwaren die in de bebouwde kom beperkende factoren opleggen bij het planten van bomen.
 
Benutten van mogelijkheden in het agrarisch cultuurlandschap
Op het platteland bestaan aanzienlijke mogelijkheden om de voedselvoorziening voor bijen te verbeteren. De ecologische landbouw wint geleidelijk aan terrein. Steeds meer akkers worden ingezaaid met zogenaamde drachtplanten, al dan niet bedoeld voor wisselteelt. En sinds enkele decennia worden er ook akkerranden ingezaaid met bloemplanten of wordende randen ecologisch beheerd. Dit zou aanzienlijk geïntensiveerd moeten worden. Juist op het platteland is een schreeuwend tekort aan foerageergebieden voor bijen. Maar gebruikt hiervoor inheemse soorten waarvan het zaad in Nederland door biologische kwekers is geteeld. Een voer een beheer waarbij de ingezaaide planten kunnen standhouden en zich kunnen ontwikkelen tot ecotypen. Dat is ook de basis voor het ontwikkelen van levensgemeenschappen die bij akkers passen. Dat kost tijd en vraagt deskundigheid.
Uiteraard mogen de kosten daarvan niet op de boeren worden afgewenteld. Daarnaast komen er op het platteland een reeks landschapselementen voor die ecologisch beheerd kunnen worden. In principe zijn dat de zelfde mogelijkheden als in het stedelijke gebied: akkerranden, wegbermen, sloot- en greppelkanten, landschappelijke beplantingen, boerenerven en -tuinen, boerderijtuinen, recreatiewoningen, zorgboerderijen, woonboerderijen, buurtschappen, groene elementen in en om plattelandsdorpen, landgoederen en stinzen.