|
Maart - oktober; Vliegt in principe het hele jaar door. Hangt van de temperatuur af. |
|
Honingbij
Apis mellifera |
Een zeer algemeen huisdier |
Afhankelijk van het ras bruin tot geelachtige gekleurde en matig behaarde bijen. |
Lengte: werksters 12-13 mm; m ca. 16 mm. |
Drachtplanten: vrijwel alle nectar- en stuifmeel planten |
Koekoeksbij: niet bekend |
Volledige tekst |
|
|
-- |
Overwegend bruin gekleurde bijen het voorste deel van het achterlijf geregeld geelachtig tot geelrood; borststuk matig dicht geelbruin behaard, basis van de achterlijfsegmenten met lichte viltige haarbanden; marginale cel in de voorvleugel opvallend lang: 6 x zo lang als breed; achterpoten zonder spoor.
|
Werksters: achterpoten van de werkster met korfjes aan de schenen en het eerste tarslid sterk verbreed. Lengte 12-13 mm. Achterlijf koningin sterk verlengd. Lente 16-20 mm. |
Mannetje: ogen groot, boven elkaar rakend. Lengte ca. 16 mm. |
Vliegperiode; foerageer perioden ca. februari-eind oktober. |
Habitat: is huisdier die in korven of bijenkasten wordt gehouden. |
Nesten en levenswijze: van nature in grote holten; in bomen, rotswanden, muren. |
Bloembezoek: vrijwel alle bloemen die nectar en/of stuifmeel leveren. |
Voorkomen in Nederland: overal rond een straal van 3-5 km waar imkers wonen en bijenhouden. |
Koekoeksbijen: niet bekend; de bijenwolf, een graafwesp vangt bijen tijdens het fourageren. In de omgeving van een grote kolonie bijenwolven, in vorige eeuwen vooral op zandgronden op de hei, kunnen volledig worden vernietigd. |
Overgenomen van Wikipedia: De honingbij is de bekendste bijensoort vanwege het algemene voorkomen en de grote aantallen exemplaren. De honingbij wordt gewaardeerd door de mens vanwege de belangrijke rol als bestuiver van vele plantensoorten zoals fruitbomen en vele andere tuinbouwgewassen. Het bijenvolk kent verschillende verschijningsvormen, die kasten worden genoemd, de 'moer', de 'werkster' en de 'dar'. De moer of koningin is het zeldzaamst. De koningin is degene die het nest in stand houdt door grote hoeveelheden eitjes te leggen, tot 2000 per dag. De werksters zijn net als de moer vrouwelijk. De meeste exemplaren van de honingbij zijn werkster. In de zomer komen de mannelijke bijen tevoorschijn, de darren. Behalve bij de paring, spelen ze een rol bij de temperatuurregeling in de kolonie. Als er niet genoeg stuifmeel in het bijennest aanwezig is worden ze verwijderd. In een nest is in de winter een moer en ongeveer 10000 werkbijen aanwezig, er zijn dan geen darren. In de zomer zijn enkele honderden darren aanwezig en kan het aantal werksters oplopen tot 80.000. Voor volledige tekst zie:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Honingbij |
|
Voorvleugel en achterpoot (figs: Wikipedia) |
Terug |
|
|
|
Werkster |
Terug |
|
|
Ogen mannetje rak en elkaar bovenaan |
Terug |
|
|
Koningin met rode stip voor zichtbaarheid voor de imker |
Terug |
|
|
Honingbij op struikhei |
Terug |
|
|
De bijenwolf heeft in een bloem van hibiscus een honingbij gevangen |
Terug |
|
|
Een ouderwetse boeren bijenstal |
Terug |
|
|
Bijenkasten van een bosimker in het bos van het lauwersmeer |
Terug |
|
|