|
Gewone sachembij
Anthophora plumipes |
Grote meestal bruinachtig, soms zwart behaarde hommelachtige bijen |
Lengte: vr & m 14-16 mm |
Lees meer |
|
|
|
|
|
|
|
|
Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.-- |
Grote (14-16 mm), meestal bruinachtig, soms zwart behaarde hommelachtige bijen, met een opvallende lange tong; voorvleugels met drie submarginale, ongeveer even grote cellen; de puntogen staan op een bijna rechte lijn.
|
Vrouwtje: met roestrode verzamelharen op de achterpoten (de kleur is door het stuifmeel vaak niet te zien). |
Mannetjes: met geel gezicht |
Vliegperiode: maart-mei (begin juni) |
Habitat: holle wegen, loofbosranden, oevers van kleine rivieren, tuinen, parken, spoor- en wegbermen, openbaar groen, tuinen, overhoeken, ruderale terreinen, vijver- en waterkanten, geluidswallen, polderdijken. |
Nesten: leemachtige, lichte klei, of leemachtig of kleiachtig zand; in vlakke tot verticale gronden: wegbermen, holle wegen, steilwanden, zand en leemafgravingen, vlakke open gronden in het openbaar groen; ook in kunstmatige nestgelegenheid in kisten of andere elementen die met geschikte, niet eroderen de grond zijn gevuld of zelfs gewoon in houtblokken
De nesten, ca. 5 tot 10 cm lang en ca. 8 mm doorsnee, maken ze gewoonlijk zelf. Gewone sachembij broedt vaak in kolonies die soms meer dan duizend nesten kunnen bevatten. Onder een galerij van een flat van minsten 50 m lang in Rotterdam bevatte iedere m 2 tientallen nesten. Op deze plek waren ook honderden (vermoedelijk meer dan 1000) bruine rouwbijen (Melecta albifrons) aanwezig, een koekoeksbij van gewone sachembij. |
Koekoeksbijen: bruine rouwbij (Melecta albifrons) |
Bloembezoek
Vliegt op tientallen soorten planten onder meer
Bleeksporig bosviooltje, gevlekt longkruid, gevlekte dovenetel, gewone ossentong, gewone smeerwortel, gulden sleutelbloem, holwortel, hondsdraf, kleine maagdenpalm, Maartsviooltje, overblijvende ossentong, paardenbloem, paarse dovenetel, smeerwortel (Symphytum grandiflorum), slanke sleutelbloem, stengelloze sleutelbloem, vingerhelmbloem, witte dovenetel, kruipend, zenegroen. |
In Amsterdam ook op boswilg waargenomen. |
Voorkomen in Nederland: in vrijwel heel Nederland aanwezig. |
Gedrag: sachembijen zijn zeer snelle vliegers; staan vaak zeer korte tijd (vooral de mannetjes) als kolibries voor de bloemen. De mannetjes lijken en soort territoriumgedrag te hebben. |
Beheer: gewone sachem bij een opportunistische soort die vaak op plekken foerageert die niet of nauwelijks actief worden beheerd. De vliegperiode is voorbij voordat de eerste extensieve maaibeurten plaatsvinden. Maar toch is voorjaarsmaaien niet bevorderlijk voor de gewone sachembij. Hij foerageert ook in intensief beheerd grasland met een relatief late eerste maaibeurt. In het voorjaar zou pleksgewijs, vooral langs randen van de plantingen, de eerste maaibuurt tot ca. half mei kunnen worden uitgesteld. Dat ondersteunt niet alleen de gewone sachembij, maar ook de andere bijen die vroeg in het voorjaar vliegen. |
-- |
Gewone sachembij - Anthophora plumipes |
Terug |
|
|
|
©Josef Dvorák |
|
|
|
|
Gewone sachembij op paarse dovenetel |
Terug |
|
|
Gewone sachembij op paarse dovenetel |
Terug |
|
|
|
Gewone sachembij bij gulden sleutelbloem |
Terug |
|
|
Gewone sachembij bij sleutelbloem |
Terug |
|
|
Gewone sachembij bij gulden gevlekt longkruid |
Terug |
|
|
Gewone sachembij (man.) bij gulden gevlekt longkruid(lang behaarde middenpoten nog zichtbaar) |
Terug- |
|
|
|
Gewone sachembij bij smeerwortel (Symphythum grandiflorum) |
Terug- |
|
|
Gewone sachembij bij Smeerwortel |
Terug- |
|
|
Gewone sachembij bij Smeerwortel |
Terug- |
|
|
Vingerhelmbloem |
|
|
Vingerhelmbloem |
|
|
Hyacintoides orientalis (ca. botanische vorm) |
|
|
Hyacintoides orientalis (ca. botanische vorm) |
|
|
Erysimum cheiri |
|
|
Erysimum 'Bowles Mauve' |
|
|
Tuinviooltje |
|
|
Crucus vernus |
|
|
Bruine rouwbij bij nestingang van gewone sachembij |
Terug- |
|
|