|
Noordelijke sachembij
Anthophora borealis |
Relatief kleine bijen met haarbanden op de achterranden van de tergieten. |
Lengte: vr & m 10-11 mm |
|
|
|
|
|
Grafiek T.M.J .Peeters et al. |
|
-- |
Geen referentiemateriaal beschikbaar. Onderstaande tekst is gebaseerd op Tabel sachembijen en op Westrich (1989).
|
Relatief kleine bijen (10-11 mm) met haarbanden op de achterranden van de tergieten. |
Vrouwtje: haarbanden aanliggend en geelwit. |
Mannetje: borststuk grijsachtig behaard. clypeus wit. |
Vliegperiode: juli - augustus |
Nesten: in de grond |
Bloembezoek: volgens Westrich (1989) onder meer rode klaver, valse salie, bosandoorn en moerasandoorn |
Voorkomen in Nederland: in Nederland zeer zeldzaam of uitgestorven, ook in de omringende landen vermoedelijk zeer zeldzaam. http://www.discoverlife.org/mp/20m?kind=Anthophora+borealis |
Koekoeksbijen: vlekkenbij Thyreus orbatus |
Samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan: Deze soort is in Nederland slechts bekend van een zevental oude vindplaatsen: Putten (laatste vangst 1918), Amsterdam (1921), Plasmolen, Oisterwijk (1938), Helenaveen, Deurne en Weert (1938). Het laatst verzamelde exemplaar is een mannetje gevangen te Deurne op 16 juli 1946. De meest recente literatuurvermelding is 1 vrouwtje van 25 juli 1948 van Helenaveen op Echium (Benno 1949). De vliegtijd loopt van begin juni tot eind augustus.(Bron onderstaande link nederlandsesoorten) |
|
|