Halfgladde dwergzandbij
Andrena semilaevis
Kleine (6-8 mm) zwarte bijen; achterrand 3e segment achterlijf sterk neergedrukt meestal ook bij het 2e segment en de neergedrukte gedeelten relatief breed en sterk glanzend
Lengte: vr & m 7-8 mm
Lees meer
 

Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.--
Vrouwtje: 1e segment achterlijf tamelijk dof/matglanzend (niet sterk glanzend). fimbria bruinachtig en bedekt door andere, witte beharing; lengte 7-8 mm.
Mannetje: bovenkant borststuk (mesonotum) diep en grof gepunteerd; kopschild lang dun behaard; 2e en 3e rugsegmenten met ijle witte haarbanden aan de zijkant;. lengte 7-8 mm.
Vliegperiode: mei - juli.
Habitat: foerageert onder meer in en bij bosranden,overhoeken en stedelijke beplantingen.
Nesten: nestelt in zandige bodems.
Bloembezoek: dolle kervel, fluitenkruid, look zonder look, zevenblad en gewone berenklauw.
Voorkomen in Nederland: vrij zeldzaam in de oostelijke helft van het land. Voornamelijk in Zuid-Limburg en het oostelijke rivierengebied; verder verspreid door het land.
Koekoeksbijen: Nomada flavoguttata.
Beheer: tiidens de vliegperiode niet of gefaseerd maaien.
Deel samenvatting Smit, Jan, Raemakers, I. P., Peeters, T.M.J. : In Nederland ligt het zwaartepunt van de verspreiding in Zuid-Limburg en het oostelijke rivierengebied. Daarbuiten is ze verspreid waargenomen. Andrena semilaevis vliegt op uiteenlopende plekken, van bosranden tot ruderale vegetaties. Volgens de literatuur is de soort univoltien. Het Nederlandse vliegtijddiagram laat echter een zeer lange activiteitsperiode zien, met waarnemingen tot in september. Mogelijk zijn de laatvliegers uit het gegevensbestand foutieve (oude) determinaties. Een andere mogelijkheid is dat er toch sprake is van een partiele tweede generatie. (bron: onder staande link nederlandse soorten)
 
Halfgladde dwergzandbij
 
Bovenkant borststuk
 
Zwartsprietwespbij - Nomada flavoguttata Terug